ECLI:NL:RBDHA:2023:16226
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de toekenning van een militair invaliditeitspensioen in verband met PTSS en verslavingsproblematiek
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Defensie om aan eiser een militair invaliditeitspensioen (MIP) toe te kennen. Eiser, die tussen 2003 en 2009 in dienst was bij Defensie en tussen 15 november 2004 en 9 april 2005 in Irak was uitgezonden, heeft een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) ontwikkeld. In 2019 werd hem een MIP van 17,08% toegekend, dat later werd verhoogd naar 27% met een bijzondere invaliditeitsverhoging van 5%. Verweerder erkende dat de verslavingsproblematiek van eiser niet was meegenomen in het primaire besluit en heeft dit in het bestreden besluit alsnog gedaan. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om verweerder de gelegenheid te geven om een reactie van de (bezwaar)verzekeringsarts te vragen over de medische publicaties die door de gemachtigde van eiser waren genoemd.
De (bezwaar)verzekeringsarts R.G. Goedhard heeft geadviseerd dat er voor de verslavingsproblematiek geen dienstverband bestaat. Eiser heeft verklaard dat hij verslavende middelen is gaan gebruiken om de effecten van zijn PTSS te dempen. De rechtbank overweegt dat de adviezen van Goedhard zijn gebaseerd op zorgvuldig medisch onderzoek en dat de door hem getrokken conclusies deugdelijk zijn gemotiveerd. De rechtbank concludeert dat de verslavingsproblematiek van eiser niet in voldoende mate kan worden gekoppeld aan zijn militaire dienst, en dat er geen dienstverband kan worden aangenomen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.H. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Badermann, griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 oktober 2023.