Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
16 februari 2023
.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2023, zaaknummer SGR 23/2439, wordt het beroep van eiser tegen de beslissing van het UWV behandeld. Eiser had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, die aanvankelijk was afgewezen omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Na bezwaar werd de arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 42,42%, en werd de uitkering alsnog toegekend. Eiser is het niet eens met deze beoordeling en stelt dat zijn beperkingen zijn onderschat. Hij voert aan dat de verzekeringsarts geen informatie heeft opgevraagd bij zijn fysiotherapeut en dat zijn medische situatie niet goed is beoordeeld.
De rechtbank beoordeelt of het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiser op 15 augustus 2022 voor 42,42% arbeidsongeschikt is. De rechtbank komt tot de conclusie dat het UWV zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de verzekeringsarts B&B alle relevante medische informatie heeft meegewogen. Eiser heeft geen nieuwe medische gegevens overgelegd die de beoordeling van het UWV zouden kunnen ondermijnen. De rechtbank oordeelt dat de medische belastbaarheid van eiser op de juiste wijze is vastgesteld en dat er geen reden is om aan de geschiktheid van de geduide functies te twijfelen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en dat de proceskosten niet worden vergoed. Deze uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische onderbouwing in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van de verzekeringsarts in dit proces.