Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak [Naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak met zaaknummer NL23.19995 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Kortrijk, heeft een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 4 juli 2023 de asielaanvraag van verzoeker als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit (zaaknummer NL23.19994) en verzocht om opschorting van de rechtsgevolgen van het bestreden besluit totdat op het beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de uitspraak van dezelfde dag in de zaak NL23.19994 is door de rechtbank beslist op het beroep, waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek om een voorlopige voorziening is daarom als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.