ECLI:NL:RBDHA:2023:16089
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennisgeving voortduren bewaring en niet-ontvankelijkheid van beroep
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de voortduren van de bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 25 juli 2023 besloten om de eiser in bewaring te stellen op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft op 10 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het voortduren van zijn bewaring, geregistreerd onder zaaknummer NL23.31993. Op 17 oktober 2023 heeft de staatssecretaris een kennisgeving voortduren bewaring aan de rechtbank verzonden, welke kennisgeving gelijkgesteld werd met een door eiser ingesteld beroep onder het onderhavige zaaknummer NL23.32878.
De rechtbank heeft op 20 oktober 2023 de beroepen, waaronder die met zaaknummer NL23.32078, behandeld. Eiser was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, drs. B.H. Wezeman, terwijl de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. S. Wortel. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank overwogen dat de staatssecretaris de kennisgeving onnodig heeft gedaan, aangezien eiser al eerder beroep had ingesteld. Hierdoor had eiser geen procesbelang bij de beoordeling van het beroep dat door de kennisgeving was ingediend.
De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.