ECLI:NL:RBDHA:2023:16085
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag studiefinanciering wegens gebrek aan reële en daadwerkelijke arbeid
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank of de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de aanvraag voor studiefinanciering van eiseres terecht heeft afgewezen. De aanvraag werd afgewezen omdat de stage van eiseres niet kon worden aangemerkt als reële en daadwerkelijke arbeid. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 29 juli 2022, waarin haar aanvraag werd afgewezen. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard bij besluit van 1 december 2022. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de zitting op 16 oktober 2023 plaatsvond via een beeldverbinding.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet als migrerend werknemer kan worden aangemerkt, omdat zij haar stage niet krachtens een arbeidsovereenkomst heeft verricht. Hoewel de stageovereenkomst kenmerken van een arbeidsovereenkomst vertoont, zoals het verrichten van werkzaamheden en het ontvangen van een vergoeding, zijn de werkzaamheden voornamelijk in het belang van de opleiding van eiseres. De rechtbank concludeert dat de feiten en omstandigheden niet voldoende zijn om te concluderen dat de werkzaamheden onder de voorwaarden van reële en daadwerkelijke arbeid zijn verricht. Eiseres heeft geen loon ontvangen of gevorderd, wat doorslaggevend is voor de beoordeling.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de minister geen kosten hoeft te vergoeden die eiseres heeft gemaakt voor deze procedure. De uitspraak is gedaan door mr. A.M.H. van der Poort-Schoenmakers, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F. Janmaat, griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2023.