ECLI:NL:RBDHA:2023:16064
Rechtbank Den Haag
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht en vreemdelingenrecht
Op 25 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiser en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had beroep ingesteld tegen de maatregel van bewaring die op 15 augustus 2023 was opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat er geen aanleiding was om deze op te heffen of te wijzigen. De eiser voerde aan dat de staatssecretaris had moeten volstaan met een lichter middel, gezien zijn traumatische ervaringen in Litouwen. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris voldoende rekening had gehouden met de situatie van de eiser en dat er een risico bestond dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de termijn van zes weken voor de overdracht aan Litouwen, zoals genoemd in de Dublinverordening. De rechtbank concludeerde dat er op dat moment geen sprake was van overschrijding van deze termijn en dat het niet vaststond dat de overdracht niet binnen zes weken zou kunnen plaatsvinden. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H. Dijkman, griffier.