ECLI:NL:RBDHA:2023:16050

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 oktober 2023
Publicatiedatum
25 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.33255
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennisgeving voortduren bewaring en niet-ontvankelijkheid van beroep

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen het voortduren van de bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de eiser op 2 februari 2023 in bewaring gesteld op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Op 26 juli 2023 werd een verlengingsbesluit genomen. Eiser heeft op 9 oktober 2023 beroep ingesteld tegen het voortduren van zijn bewaring, geregistreerd onder zaaknummer NL23.31993. Op 19 oktober 2023 heeft de staatssecretaris een kennisgeving voortduren bewaring aan de rechtbank verzonden, welke gelijkgesteld werd met een door eiser ingesteld beroep onder het huidige zaaknummer NL23.33255.

De rechtbank heeft op 20 oktober 2023 beide beroepen behandeld. Eiser was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, drs. B.H. Wezeman, terwijl de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. S.R. Nohar. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten en kwam tot de conclusie dat de staatssecretaris de kennisgeving onnodig had gedaan, aangezien eiser al een beroep had ingesteld. Hierdoor had eiser geen procesbelang bij de beoordeling van het beroep dat door de kennisgeving was ingediend. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot en griffier Z.P. de Wilde, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.33255

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

geboren op [geboortedatum],
van Marokkaanse nationaliteit,
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. S.R. Nohar),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris,

(gemachtigde: drs. B.H. Wezeman).

Procesverloop

Bij besluit van 2 februari 2023 heeft de staatssecretaris eiser op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) in bewaring gesteld. De staatssecretaris heeft op 26 juli 2023 een verlengingsbesluit genomen.
Eiser heeft op 9 oktober 2023 tegen het voortduren van zijn bewaring beroep ingesteld. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.31993.
De staatssecretaris heeft op 19 oktober 2023 voor eiser een kennisgeving voortduren bewaring aan de rechtbank verzonden. Deze kennisgeving wordt gelijkgesteld met een door eiser ingesteld beroep. Dit beroep is geregistreerd onder het onderhavige zaaknummer.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met het beroep met zaaknummer NL23.31993, op 20 oktober 2023 op zitting behandeld. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris de kennisgeving onnodig heeft gedaan, omdat eiser zelf al op 9 oktober 2023 beroep tegen het voortduren van de bewaring heeft ingesteld. De rechtbank heeft het beroep van eiser dat is geregistreerd onder zaaknummer NL23.31993 bovendien inhoudelijk beoordeeld. Deze omstandigheden maken dat eiser geen procesbelang heeft bij een beoordeling van het onderhavige beroep dat door de kennisgeving als zodanig namens eiser is ingediend.
2. De rechtbank zal daarom dit beroep niet ontvankelijk verklaren.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, rechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.