ECLI:NL:RBDHA:2023:16016

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.22914 en NL23.22916
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot verantwoordelijkheidskwesties onder het Dublin-systeem

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.22914 en NL23.22916. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. A.S. Sewman, hebben een voorlopige voorziening gevraagd nadat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. De reden hiervoor was dat Oostenrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van deze aanvragen, conform de Dublin-verordening.

De verzoekers hebben tegen de besluiten van 8 augustus 2023 beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 22 augustus 2023 de zaak behandeld, samen met de aanverwante zaken NL23.22913 en NL23.22915. Tijdens deze zitting zijn de verzoekers en verweerder vertegenwoordigd door hun gemachtigden.

In de uitspraak van vandaag heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al uitspraak is gedaan op de beroepen in de aanverwante zaken. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 augustus 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.22914 en NL23.22916
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen [verzoeker 1]en
[verzoeker 2], verzoekers
V-nummers: [V nummer 1] en [V nummer 2]
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij besluiten van 8 augustus 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL23.22913 en NL23.22915, op 22 augustus 2023 op zitting behandeld. Verzoekers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.22913 en NL23.22915, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
24 augustus 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.