ECLI:NL:RBDHA:2023:15997

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
C/09/653155 / JE RK 23-1772
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar de noodzaak van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 september 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01]. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming naar aanleiding van ernstige zorgen over de ontwikkeling van [naam01]. De kinderrechter heeft eerder op 7 juli 2023 al een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging verleend voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Tijdens de zitting op 26 september 2023 is het verzoek aangepast door de Raad, waarbij nu om een gesloten machtiging voor drie maanden werd verzocht, met aanhouding van het verzoek voor de rest van het jaar.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een verstoorde gezinsdynamiek en dat [naam01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Hij vertoont zelfbepalend gedrag en accepteert geen gezag, wat leidt tot zorgen over zijn toekomst. De ouders zijn bereid om mee te werken aan hulpverlening, maar hebben geen grip meer op de situatie. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling voor een jaar te verlenen en de machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor de duur van drie maanden toe te wijzen. De kinderrechter benadrukt het belang van diagnostisch onderzoek en gerichte hulpverlening om de situatie van [naam01] te verbeteren.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 11 oktober 2023.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/653155 / JE RK 23-1772
Datum uitspraak: 26 september 2023

Beschikking van de kinderrechter

Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp
in de zaak naar aanleiding van het op 8 september 2023 ingekomen verzoekschrift van:

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden,

hierna te noemen: de Raad,
betreffende:

[naam01] , geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. R. Koelman, gevestigd te ’s-Gravenhage.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader,
en
[naam08] ,
hierna te noemen: de moeder,
beiden wonende te [woonplaats01] .

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Het procesverloop

De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 7 juli 2023 [naam01] voorlopig onder toezicht gesteld van 8 juli 2023 tot 29 september 2023 en machtiging verleend om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, zulks in afwachting van de resultaten van het raadsonderzoek.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen, waaronder het raadsrapport;
- de instemmingsverklaring van 15 september 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht.
Op 26 september 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren op locatie, te weten in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp [naam03] te [plaats01] , behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- [naam04] namens de Raad;
- [naam05] en [naam06] namens de gecertificeerde instelling;
- de vader;
- de moeder;
- [naam01] , bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam09] , PM’er bij [naam03] .
Voorafgaand aan de zitting is [naam01] , in het bijzijn van zijn advocaat, in raadkamer gehoord.

Feiten

- De vader en de moeder zijn met elkaar gehuwd.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- [naam01] verblijft feitelijk in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp [naam03] .
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [naam01] toe te voegen.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [naam01] voor de periode van één jaar en tot machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van zes maanden. Ter zitting heeft de Raad het verzoek aangepast, in die zin dat wordt verzocht om toewijzing van het verzoek tot een gesloten machtiging voor de duur van drie maanden met aanhouding van het verzoek voor het overige.
De Raad heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Er zijn ernstige zorgen over de veiligheid van [naam01] , zijn sociaal-emotionele ontwikkeling en identiteitsontwikkeling. Er is daarnaast sprake van een verstoord gezinssysteem. [naam01] accepteert het gezag van de ouders niet, waardoor de relatie onder druk is komen te staan. In het vrijwillig kader heeft het CJG lange tijd geprobeerd om hulpverlening van de grond te krijgen. De moeder is chronisch ziek en de vader heeft aangegeven dat hij zijn handen van [naam01] aftrekt. Ook familieleden hebben aangegeven [naam01] niet langer ondersteuning te kunnen en willen bieden. Op [naam03] is ingezet op individuele gesprekken met de gedragstrainer. Daarnaast staat hij op de wachtlijst voor muziektherapie. Het perspectief van [naam01] is nog niet duidelijk. Zowel thuisplaatsing als plaatsing op een open groep worden overwogen. De Raad vreest dat [naam01] te snel weer thuis wordt geplaatst of naar een open groep doorstroomt, terwijl hulpverlening nog niet van de grond is gekomen. Binnen [naam03] is er nog geen zicht op de onderliggende problematiek. [naam01] staat op de wachtlijst voor diagnostiek. Daarnaast zijn systemische hulpverlening (zoals MDFT) of verlofmomenten nog niet ingezet. Hierdoor is het nog niet duidelijk welke hulpverlening [naam01] en de ouders nodig hebben om hun relatie te verbeteren.
De gecertificeerde instelling heeft zich aangesloten bij het gewijzigde verzoek van de Raad. De gecertificeerde instelling brengt ter zitting naar voren dat de diagnostiek is gestart en dat er in dat kader ook een IQ-onderzoek is afgenomen bij [naam01] . De uitkomst hiervan moet nog op schrift gesteld worden. Daarnaast wordt er hard gewerkt aan de relatie tussen [naam01] en de ouders. Ten aanzien van school geeft de gecertificeerde instelling aan dat [naam01] over ongeveer anderhalve maand het voortraject Entree van In-Gang gaat doorlopen. Indien hij dit traject positief doorloopt, kan hij instromen bij [naam07] op niveau 1.
Door de ouders is ingestemd met het verzochte. De moeder benadrukt dat het van groot belang is dat [naam01] leert om het gezag van volwassenen te accepteren. De ouders willen meewerken aan alle hulp die verbetering in de situatie kan aanbrengen.
De PM’er geeft aan dat [naam01] het, ondanks zijn zelfbepalende gedrag met name richting zijn ouders, over het algemeen goed doet op de groep.
[naam01] heeft, mede bij monde van zijn advocaat, verweer gevoerd. [naam01] wil zo snel mogelijk weer naar huis. Hij mist zijn moeder en broertjes. Hij wil aan zijn ouders bewijzen dat hij positief is veranderd.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:255, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor ondertoezichtstelling van [naam01] aanwezig zijn en dat het noodzakelijk is de ondertoezichtstelling te verlenen als verzocht.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat [naam01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Hij laat zelfbepalend gedrag zien en accepteert geen autoriteit en gezag. Er zijn daarnaast aanwijzingen dat hij dreigt af te glijden in het criminele circuit. De ouders hebben geen grip meer op [naam01] . Dit maakt dat de ouders, hoewel zij bereid zijn mee te werken aan de hulpverlening, niet onder eigen verantwoordelijkheid de ontwikkelingsbedreiging van [naam01] kunnen wegnemen. Er is sprake van een verstoorde gezinsdynamiek en onduidelijkheid over het perspectief. Om passende hulp te organiseren voor [naam01] en de ouders en toezicht te houden op de ontwikkeling van [naam01] is de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk. Gelet op de complexiteit is de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar passend en geboden.
De kinderrechter is tevens van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [naam01] zich aan de jeugdhulp die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daartoe overweegt de kinderrechter als volgt. [naam01] brengt zich met zijn gedrag in zorgelijke en risicovolle situaties. Hij is gewend om zijn eigen gang te gaan en laat zich niet aansturen. Zowel [naam01] als de mensen om hem heen lijden hier onder. Sinds zijn verblijf in de gesloten setting bij [naam03] heeft hij positieve stappen gezet. Hij is gemotiveerd voor school en behandeling. Ter zitting is onderbouwd toegelicht dat het van groot belang is dat er zo snel mogelijk diagnostisch onderzoek wordt gedaan om gerichte behandeling vorm te kunnen geven. Daarnaast zal hulpverlening moeten worden ingezet om de gezinsdynamiek te verbeteren.
In de komende maanden kan [naam01] laten zien dat hij serieus kan werken aan school en aan zijn doelen. De kinderrechter ziet aanleiding om het ter zitting gewijzigde verzoek toe te wijzen voor drie maanden en aan te houden voor het overige.
Indien de Raad te zijner tijd het verzoek handhaaft ontvangt de kinderrechter, al dan niet via de gecertificeerde instelling, uiterlijk één week voor de zitting een update met de laatste stand van zaken, inclusief een nieuwe instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam01] van 26 september 2023 tot 26 september 2024 onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verleent een machtiging [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet, van 26 september 2023 tot 26 december 2023;
houdt de behandeling van het verzoek tot machtiging plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor het overige aan tot een zitting gelegen
vóór 26 december 2023en verzoekt de gecertificeerde instelling
uiterlijk één weekvoor de nader te bepalen zitting
een updatete geven over de laatste stand van zaken waarin tevens wordt aangegeven of het verzoek wordt gehandhaafd. Indien de gecertificeerde instelling het verzoek handhaaft dient met de update tevens een nieuwe instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper te worden overgelegd;
gelast de griffier tegen de volgende zitting op te roepen:
- de Raad voor de Kinderbescherming;
- Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden;
- de moeder;
- de vader;
- [naam01] ;
- de advocaat van [naam01] : mr. R. Koelman, gevestigd te ’s-Gravenhage.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2023 door mr. R. van Zeijst-Repelaer van Driel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Smolders als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 11 oktober 2023.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.