Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 10 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) die op 9 januari 2023 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, heeft op 3 oktober 2023 de mvv-aanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft vervolgens aangegeven bereid te zijn het beroep in te trekken, mits verweerder de proceskosten vergoedt. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. Aangezien verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag van eiser heeft beslist en de aanvraag hangende het beroep heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan het beroep van eiser tegemoetgekomen.
De rechtbank heeft het verzoek van eiser als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak.