ECLI:NL:RBDHA:2023:15986

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 oktober 2023
Publicatiedatum
24 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.23022
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-tijdig beslissen op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf

In deze zaak heeft eiser op 10 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) die op 9 januari 2023 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, heeft op 3 oktober 2023 de mvv-aanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft vervolgens aangegeven bereid te zijn het beroep in te trekken, mits verweerder de proceskosten vergoedt. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en dat als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. Aangezien verweerder niet binnen de geldende termijn op de aanvraag van eiser heeft beslist en de aanvraag hangende het beroep heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan het beroep van eiser tegemoetgekomen.

De rechtbank heeft het verzoek van eiser als kennelijk gegrond toegewezen en verweerder veroordeeld in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.23022

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. B.W.C. van Geet),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Y. van Zeeland).

Procesverloop

Eiser heeft op 10 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) van 9 januari 2023.
Bij besluit van 3 oktober 2023 heeft verweerder de mvv-aanvraag van eiser ingewilligd.
Eiser heeft zich bereid verklaard het beroep in te trekken op voorwaarde dat verweerder de proceskosten van eiser vergoedt.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. Nu verweerder niet binnen de hiervoor geldende termijn op de aanvraag van eiser heeft besloten en deze aanvraag hangende een beroep tegen het niet tijdig beslissen heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan het beroep van eiser tegemoetgekomen.
3. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Bpb voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837 met een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.