Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling met de Marokkaanse nationaliteit. De eiser, vertegenwoordigd door mr. R.J.J. Flantua, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Lorier, waarin de maatregel van bewaring was opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was, omdat er een concreet aanknopingspunt bestond voor een overdracht op basis van de Dublinverordening. De rechtbank oordeelde dat de eiser zich mogelijk aan het toezicht zou onttrekken, wat door verweerder voldoende was onderbouwd met zware en lichte gronden.
De rechtbank heeft ook de voortvarendheid van de verweerder beoordeeld en vastgesteld dat er voldoende actie was ondernomen om de verwijdering van de eiser te realiseren. De eiser had aangevoerd dat een lichter middel, zoals een meldplicht, voldoende zou zijn geweest, maar de rechtbank oordeelde dat de risico's die aan de situatie verbonden waren, een maatregel van bewaring rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 11 september 2023.