ECLI:NL:RBDHA:2023:1597
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Italië
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 februari 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door verweerder niet in behandeling genomen op basis van het besluit van 12 december 2022, waarin werd gesteld dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 2 februari 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL22.25402). In de uitspraak van diezelfde dag werd het beroep ongegrond verklaard, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier. De beslissing is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.