ECLI:NL:RBDHA:2023:15932

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.24640
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel op grond van de Vreemdelingenwet 2000

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel die aan eiseres was opgelegd op basis van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Eiseres, die in het bezit is van een Oegandees paspoort en nooit eerder asiel heeft aangevraagd, heeft tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit beroep werd tevens aangemerkt als een verzoek om schadevergoeding.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde van eiseres op 4 september 2023 de gronden van het beroep heeft ingediend, waarna verweerder op 6 september 2023 een reactie heeft gegeven. De rechtbank heeft het onderzoek op 7 september 2023 gesloten. In de overwegingen van de rechtbank werd benadrukt dat de vrijheidsontnemende maatregel niet opgelegd of voortgezet mag worden indien er bijzondere individuele omstandigheden zijn die dit onevenredig bezwarend maken. Eiseres heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat er dergelijke omstandigheden aanwezig zijn.

De rechtbank concludeert dat de vrijheidsontnemende maatregel rechtmatig is opgelegd en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.24640

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. M.H.K. van Middelkoop),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. S.S.H. van Orsel).

Procesverloop

Bij besluit van 24 augustus 2023 (het bestreden besluit) is aan eiseres met toepassing van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep moet tevens worden aangemerkt als een verzoek om toekenning van schadevergoeding.
Partijen hebben toestemming verleend om de zaak schriftelijk te behandelen. De gemachtigde van eiseres heeft op 4 september 2023 de gronden van het beroep ingediend. Verweerder heeft op 6 september 2023 een reactie hierop ingediend.
De rechtbank heeft het onderzoek vervolgens op 7 september 2023 gesloten.

Overwegingen

1. Indien de rechtbank bij de beoordeling van het beroep van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel in strijd is met de Vw 2000 dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 94, zesde lid, van de Vw 2000 het beroep gegrond.
2. Op grond van artikel 5.1a van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) wordt een vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6, derde lid, van de Vw 2000 opgelegd in het kader van het grensbewakingsbelang. Deze wordt niet opgelegd of voortgezet indien sprake is van bijzondere individuele omstandigheden die vrijheidsontneming onevenredig bezwarend maken.

Wat vindt eiseres in beroep?

3. De gemachtigde van eiseres betoogt dat vrijheidsontnemende maatregel onevenredig bezwarend is voor eiseres. Zij is in het bezit van een Oegandees paspoort, ze heeft nooit eerder asiel aangevraagd en er zijn geen openbare orde aspecten.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Uit het proces-verbaal van bevindingen bij de asielaanvraag van 24 augustus 2023 blijkt dat verweerder eiseres voorafgaand aan de oplegging van de maatregel duidelijk heeft gemaakt dat hij voornemens was aan haar een vrijheidsontnemende maatregel op te leggen en dat zij feiten en omstandigheden kon aanvoeren die zouden maken dat dit in haar geval niet mogelijk was. Eiseres heeft hierop geantwoord dat het goed is en dat zij hier veilig is. Verder heeft zij aangegeven dat zij gezond is en geen medicatie gebruikt. In het bestreden besluit heeft verweerder gelet hierop overwogen dat eiseres geen bijzondere feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aan het opleggen van de maatregel in de weg staan. De rechtbank is van oordeel dat eiseres in beroep ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat bij haar sprake is van klachten op grond waarvan eiseres detentieongeschikt moet worden geacht of de maatregel onevenredig bezwarend voor haar is. De stelling dat eiseres over een Oegandees paspoort beschikt, dat zij nooit eerder asiel heeft aangevraagd en dat er geen openbare orde aspecten van toepassing zijn, maken het voorgaande niet anders.
Wat is de conclusie?
5. Nu ook anderszins niet is gebleken dat de maatregel van bewaring onrechtmatig moet worden geacht, is het beroep ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.