ECLI:NL:RBDHA:2023:15917

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.29617
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. V.R. Bloemberg, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Dit besluit, genomen op 15 september 2023, leidde tot het indienen van beroep door verzoeker, die tevens vroeg om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 12 oktober 2023 in Groningen, waar verzoeker aanwezig was met een tolk en zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft geconcludeerd dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL23.29616, er geen noodzaak meer was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek dan ook afgewezen.

Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.29617

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam 1] , verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. L.M. Ligtvoet-van Tuijn),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. V.R. Bloemberg).

Procesverloop

Bij besluit van 15 september 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.29616 (het beroep), op 12 oktober 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door een tolk in de Engelse taal, zijn gemachtigde en [naam 2] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.29616, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is gelet daarop niet meer nodig. De voorzieningenrechter ziet geen andere gronden voor het treffen van een voorlopige voorziening en wijst het verzoek dan ook af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.