ECLI:NL:RBDHA:2023:15892
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens te late indiening
Op 6 februari 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, bijgestaan door mr. J.A.M. Koorn-Harkema. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen mr. A.M. van der Vliet, de rechter in een lopende zaak. De wrakingsprocedure volgde op een zitting die plaatsvond op 16 december 2022, waarbij verzoekster zich niet gehoord voelde en meende dat de rechter partijdig was. Verzoekster diende haar wrakingsverzoek echter pas op 27 december 2022 in, wat volgens de rechtbank te laat was. De rechtbank oordeelde dat verzoekster geen redelijke verklaring had gegeven voor het tijdsverloop tussen de zitting en de indiening van het verzoek. De wrakingskamer benadrukte dat een verzoek tot wraking onmiddellijk na het ontstaan van de omstandigheden moet worden ingediend, en dat verzoekster dit had kunnen doen tijdens de zitting op 16 december 2022. De rechtbank verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek en bepaalde dat de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.