Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiseres, die samen met haar minderjarige zoon in Nederland verblijft. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 4 augustus 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een risico bestond dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting was eiseres aanwezig, bijgestaan door een waarnemer van haar gemachtigde, en een tolk was ook aanwezig.
De rechtbank heeft de gronden van de maatregel van bewaring beoordeeld en geconcludeerd dat de zware gronden onder 3c en 3i voldoende gemotiveerd zijn en rechtvaardigen dat eiseres zich aan het toezicht zou kunnen onttrekken. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld bij het aanvragen van een vlucht voor eiseres, en dat de belangenafweging die is gemaakt door verweerder, waarbij de situatie van de minderjarige zoon is betrokken, adequaat was. Eiseres heeft herhaaldelijk aangegeven geen medewerking te willen verlenen aan haar uitzetting, wat de rechtbank als een risico heeft gezien voor het opleggen van een lichter middel.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de maatregel van bewaring, ondanks het zwaarwegende belang van de minderjarige, noodzakelijk is om het vertrek naar Colombia te bewerkstelligen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 augustus 2023.