ECLI:NL:RBDHA:2023:15844

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.21828
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van een besluit in asielzaak

In deze zaak heeft eiser, bijgestaan door mr. M.C.M. van der Mark, beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er een correcte ingebrekestelling heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen vier weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 7.500. Tevens zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 418,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.21828

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

V-nummer: [v-nr.]
(gemachtigde: mr. M.C.M. van der Mark),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
X Ja
☐ Nee
Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?
X Ja
☐ Nee
Is het beroep gegrond?
☐ Nee
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
X Ja
Heeft eiser de rechtbank verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen?
☐ Ja
X Nee
Is er een bestuurlijke dwangsom verbeurd?
☐ Ja, de rechtbank stelt de door verweerder verbeurde dwangsom vast op € 1.442.
X Nee
☐ De rechtbank heeft in een eerder beroep al beslist op de bestuurlijke dwangsom.
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
☐ Verweerder heeft geen bijzondere omstandigheden gesteld. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen wordt verstuurd.
X Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. In deze zaak komt echter de uiterste termijn van 21 maanden, zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn in zicht. De rechtbank acht een nadere beslistermijn van maximaal vier weken na de datum van verzending van deze uitspraak redelijk.
☐ Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de rechtbank heeft verweerder echter eerder al een termijn gesteld zonder dat verweerder heeft beslist. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen is verstuurd.
☐ Er is sprake van bijzondere omstandigheden, met de door verweerder genoemde termijn wordt echter de uiterste termijn overschreden van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder op te dragen zo snel mogelijk op de asielaanvraag te beslissen, maar uiterlijk twee weken na verzending van deze uitspraak
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
X Ja
☐ Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?
X € 100 per dag met een maximum van € 7.500.
☐ Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
X Ja
☐ Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?
De volgende proceskosten worden toegekend:
X 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
☐ 1 punt voor de nadere reactie(s)
☐ 0,5 punt voor een nadere reactie
met een waarde per punt van € 837 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • draagt verweerder op binnen vier weken na de verzending van deze uitspraak een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
  • bepaalt dat verweerder aan belanghebbende een dwangsom van € 100 (honderd euro) verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500 (zevenduizendvijfhonderd euro);
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Bijlage

De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb. Het beroepschrift kan op grond van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
Als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor een beroep tegen niet tijdig beslissen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Als een beschikking niet op tijd wordt genomen, is het bestuursorgaan op grond van artikel 4:17 van Awb een dwangsom verschuldigd voor elke dag (vanaf de vijftiende dag na ontvangst van de ingebrekestelling) dat het in gebreke is voor ten hoogste 42 dagen. Dit is de bestuurlijke dwangsom. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Deze dwangsom kan slechts eenmaal worden vastgesteld. 4
Met de Tijdelijke wet dwangsom heeft verweerder de bestuurlijke dwangsom afgeschaft in asielzaken. Dit is niet in strijd met het Unierecht. Zie hiervoor de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352.
Als verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit op grond van artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb in beginsel doen binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. Alleen in bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. Dit is bepaald in artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
De rechtbank bepaalt op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb dat verweerder bij het overschrijden van de door de rechtbank vastgestelde termijn een dwangsom verschuldigd is voor elke dag waarmee de hiervoor genoemde termijn wordt overschreden. Dit is de rechterlijke dwangsom. Daarbij past de rechtbank het landelijke beleid toe.
Als eiser is bijgestaan door een rechtsbijstandverlener, stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht een vergoeding vast van zijn kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De zaak is van licht gewicht als het alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd.