ECLI:NL:RBDHA:2023:15826
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan schijn van partijdigheid
Op 6 februari 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was als tussenkomende partij in een civiele procedure, stelde dat de rechter, mr. I.F. Dam, partijdig was. De verzoeker baseerde zijn wrakingsverzoek op verschillende opmerkingen en handelingen van de rechter tijdens de zitting, waaronder het niet toestaan van bepaalde vragen en het niet in overweging nemen van zijn verzoek om de uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter in haar regierol een grote vrijheid heeft en dat de door verzoeker aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van (schijn van) partijdigheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn en dat er bijzondere omstandigheden nodig zijn om dit vermoeden te weerleggen. De opmerkingen van de rechter werden als feitelijk juist beschouwd en de processuele beslissingen van de rechter vallen buiten de beoordeling van de wrakingskamer. Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen en werd bepaald dat de procedure in de stand waarin deze zich bevond, voortgezet zou worden.