Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De wrakingsverzoeken
3.De beoordeling
4.De beslissing
- verzoeker;
- de wederpartij in de hoofdzaken (de Nationale ombudsman);
- team bestuursrecht van deze rechtbank.
Rechtbank Den Haag
Op 2 februari 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag geoordeeld over zes wrakingsverzoeken die door verzoeker zijn ingediend tegen de rechters die betrokken zijn bij zijn procedures tegen de Nationale ombudsman. De verzoeker heeft in totaal zeven wrakingsverzoeken ingediend, die door de griffie zijn aangemerkt als zes afzonderlijke zaken. De wrakingsverzoeken zijn grotendeels gebaseerd op dezelfde gronden, namelijk dat de zaken niet voortvarend genoeg worden behandeld en dat er sprake is van een gebrek aan onpartijdigheid van de rechters. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de hoofdzaken nog niet zijn toegewezen aan specifieke rechters, waardoor de wrakingsverzoeken zich richten op rechters die procedurele beslissingen hebben genomen. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de verzoeken kennelijk ongegrond zijn, omdat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor partijdigheid van de rechters. Bovendien is vastgesteld dat verzoeker het wrakingsmiddel misbruikt door herhaaldelijk verzoeken in te dienen zonder concrete onderbouwing van partijdigheid. De wrakingskamer heeft besloten dat toekomstige wrakingsverzoeken in deze procedures niet meer in behandeling zullen worden genomen.