ECLI:NL:RBDHA:2023:15806
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
In de zaak tussen een verzoeker uit Somalië en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen, maar deze aanvraag werd op 25 mei 2023 afgewezen door de staatssecretaris. Tegen deze afwijzing heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 oktober 2023 behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde, en de staatssecretaris vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, AWB 23/6621, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in de onderhavige zaak niet meer aanwezig was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen andere omstandigheden waren die een toewijzing rechtvaardigden. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.