ECLI:NL:RBDHA:2023:15748
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak met connex beroep
In de zaak tussen verzoekster, vertegenwoordigd door mr. I. Mercanoglu, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan. Verzoekster, van Turkse nationaliteit, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 30 augustus 2023, waarin haar bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit besluit was het primaire besluit waartegen verzoekster beroep had ingesteld op 11 september 2023, geregistreerd onder zaaknummer NL 23.28520. Dit beroep was connex aan het verzoek om voorlopige voorziening.
Op 13 oktober 2023 heeft de rechtbank het connex beroep niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft vervolgens op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen lopende bezwaar- of beroepsprocedure meer is, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De beslissing van de voorzieningenrechter was om het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.