ECLI:NL:RBDHA:2023:15747

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.20533
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In de zaak tussen [Naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had eerder, op 8 juli 2023, een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en op 4 oktober 2023 al een mondelinge uitspraak gedaan in een vergelijkbare zaak, zaaknummer NL23.20532, waarin het beroep van verzoeker werd behandeld. Gezien deze eerdere uitspraak was er volgens de voorzieningenrechter geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft hij het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 en de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.20533

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M. Rasul),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluiten van 8 juli 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond. [1]
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [2] uitspraak buiten zitting.

Overwegingen

1. Bij mondelinge uitspraak van 4 oktober 2023, zaaknummer NL23.20532, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000.
2.Algemene wet bestuursrecht.