ECLI:NL:RBDHA:2023:15745
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek om voorlopige voorziening in verband met niet-ontvankelijkheid van connex beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een man van Marokkaanse nationaliteit, had op 24 februari 2023 verzocht om uitzetting achterwege te laten totdat er op zijn bezwaar was beslist. Dit verzoek was verbonden aan een eerder ingediend beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat geregistreerd was onder zaaknummer NL 23.19656. Dit beroep was echter op 13 oktober 2023 niet-ontvankelijk verklaard, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening connex aan dit beroep was.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat, ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed is en er een beroep of bezwaar aan de hoofdzaak ten grondslag ligt. Aangezien het connex beroep niet-ontvankelijk was verklaard, was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek is dan ook afgewezen op basis van artikel 8:83 van de Awb, zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden.
De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.