ECLI:NL:RBDHA:2023:15745

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
NL 23.5767
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van verzoek om voorlopige voorziening in verband met niet-ontvankelijkheid van connex beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een man van Marokkaanse nationaliteit, had op 24 februari 2023 verzocht om uitzetting achterwege te laten totdat er op zijn bezwaar was beslist. Dit verzoek was verbonden aan een eerder ingediend beroep tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat geregistreerd was onder zaaknummer NL 23.19656. Dit beroep was echter op 13 oktober 2023 niet-ontvankelijk verklaard, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening connex aan dit beroep was.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat, ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien er onverwijlde spoed is en er een beroep of bezwaar aan de hoofdzaak ten grondslag ligt. Aangezien het connex beroep niet-ontvankelijk was verklaard, was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek is dan ook afgewezen op basis van artikel 8:83 van de Awb, zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden.

De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.5767

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

geboren op [geboortedatum]
van Marokkaanse nationaliteit,
V-nummer: [vnummer]
(gemachtigde: mr. P.E.J.M. Bartels),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Inleiding

Bij verzoekschrift van 24 februari 2023 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het bezwaar is beslist.
Bij beroepschrift van 6 juli 2023 heeft verzoeker beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van verweerder van 9 juni 2023. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer
NL 23.19656. Het verzoek is daarmee connex aan het beroep.
Bij uitspraak van 13 oktober 2023 is het connexe beroep niet- ontvankelijk verklaard.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Aangezien het beroep met zaaknummer NL 23.19656 niet- ontvankelijk is verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
3. Het verzoek om het treffen van voorlopige voorziening dient om die reden met toepassing van artikel 8:83 van de Awb, zonder het houden van een zitting, te worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van B. van der Wiel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.