ECLI:NL:RBDHA:2023:15742
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 juni 2023, wordt het beroep van eiser, vertegenwoordigd door mr. R.E. Temmen, tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid behandeld. Eiser had op 8 juli 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, verweerder heeft niet tijdig op deze aanvraag beslist, wat eiser ertoe heeft aangezet om beroep in te stellen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen zitting nodig was en heeft het onderzoek gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank wijst erop dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen bij het bestuursorgaan voordat hij beroep kan instellen. Dit houdt in dat de betrokkene schriftelijk moet verzoeken om binnen twee weken alsnog te beslissen op de aanvraag. In dit geval was de ingebrekestelling van eiser prematuur, omdat de beslistermijn voor zijn asielaanvraag op dat moment nog niet was verstreken. Dit was het gevolg van een besluit dat op 27 september 2022 van kracht werd, waardoor de beslistermijnen voor asielaanvragen met negen maanden zijn verlengd.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.