ECLI:NL:RBDHA:2023:15741
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens ontbreken procesbelang en contact met gemachtigde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die buiten behandeling was gesteld door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 13 juli 2023 een besluit ontvangen waarin zijn asielaanvraag werd afgewezen. Tegen dit besluit heeft eiser beroep ingesteld, maar hij is niet verschenen op de zitting die op 4 oktober 2023 in Breda plaatsvond. Verweerder was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser op 19 juni 2023 met onbekende bestemming is vertrokken en er geen bewijs is dat hij contact heeft onderhouden met zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelt dat van een vreemdeling verwacht mag worden dat hij zijn gemachtigde op de hoogte houdt van zijn verblijfplaats en dat hij in contact blijft over de voortgang van de procedure. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is vastgesteld dat als een vreemdeling zonder contact met zijn gemachtigde vertrekt, dit kan betekenen dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht.
De uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie en is openbaar gemaakt op dezelfde dag. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.