In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Den Haag, heeft de eiseres, Overlastregistratie Nederland B.V., een vordering ingesteld tegen de politie, die niet verschenen was. De procedure begon met een dagvaarding op 27 juni 2023, gevolgd door een rolzitting op 5 juli 2023, waar de rechtbank verstek verleende tegen de gedaagde partij. De eiseres vorderde schadevergoeding voor kosten die zij had gemaakt, waaronder kosten voor een communicatie-adviseur en additionele inspanningen van haar bestuurder. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gevorderde schadevergoeding voor de kosten van de bestuurder niet gespecificeerd was en daarom niet kon worden toegewezen. Ook de kosten voor de communicatie-adviseur werden afgewezen, omdat niet was aangetoond dat deze kosten redelijk waren en gemaakt ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
De rechtbank heeft het overige gevorderde als niet onrechtmatig of ongegrond beoordeeld en heeft dit toegewezen zoals in het dictum vermeld. De gedaagde partij, als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partij, werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiseres tot op heden zijn begroot op een totaal van € 12.872,73. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente over de proceskosten toegewezen en de nakosten begroot. In de beslissing heeft de rechtbank de gedaagde veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan de eiseres, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de volledige betaling. Dit vonnis is uitgesproken op 30 augustus 2023 door mr. C.J.-A. Seinen.