ECLI:NL:RBDHA:2023:15729

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.10799
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.E. Temmen, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het beroep betreft de niet tijdige beslissing op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel, ingediend op 15 mei 2022. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten zonder behandeling op zitting.

De rechtbank overweegt dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen bij het bestuursorgaan voordat beroep kan worden ingesteld. Eiseres heeft op 23 maart 2023 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank stelt vast dat de beslistermijn op haar aanvraag nog niet was verstreken. Dit komt doordat de beslistermijnen van asielaanvragen die op 27 september 2022 nog niet waren verstreken, met negen maanden zijn verlengd. Hierdoor was de termijn voor de beslissing op de aanvraag van eiseres nog niet verstreken op het moment van de ingebrekestelling.

De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling prematuur was en dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep op grond van het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra en is openbaar gemaakt op 20 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.10799
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. R.E. Temmen),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar aanvraag van 15 mei 2022 tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.1
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
3. Sinds 27 september 2022 is het besluit met kenmerk [kenmerk] van kracht.3
Dit besluit heeft tot gevolg dat de beslistermijnen van asielaanvragen die op
27 september 2022 nog niet waren verstreken met negen maanden zijn verlengd. Dit geldt ook voor asielaanvragen die zijn ingediend vóór 1 januari 2023. De asielaanvraag van eiseres valt onder het toepassingsbereik van dit besluit. De beslistermijn in haar zaak is dus met negen maanden verlengd en eindigt op 15 augustus 2023
.De termijn om te beslissen op haar aanvraag was daarom nog niet verstreken toen zij de ingebrekestelling op 23 maart
1. Op grond van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Dit volgt uit artikel 6:2 en 6:12 van de Awb.
3 Staatscourant van 26 september 2022, nr. 25755.
2023 indiende bij verweerder. De ingebrekestelling is daarmee prematuur. Dat maakt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, rechter, in aanwezigheid van O.G. Hulsman, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
20 juni 2023

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.