Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 januari 2023 in de zaak tussen
Ministerie van Justitie en Veiligheid, uit Den Haag, eiser,
[derde-partij], uit [woonplaats], belanghebbende.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen het Ministerie van Justitie en Veiligheid (eiser) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) over de loonsanctie die aan de werkgever is opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. De werknemer, die sinds 1 juni 2007 als bewaarder/complexbeveiliger werkzaam was, meldde zich op 28 juni 2013 ziek. Na een periode van loondoorbetaling en een WIA-aanvraag, oordeelde verweerder in 2015 dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht, wat leidde tot een loonsanctie. De werknemer meldde zich opnieuw ziek in 2017 en vroeg in 2019 een herbeoordeling aan, maar kreeg geen WIA-uitkering omdat zijn arbeidsmogelijkheden niet waren verminderd. In 2019 werd opnieuw een loonsanctie opgelegd, die door de rechtbank werd getoetst. De rechtbank oordeelde dat de werkgever zonder deugdelijke grond had afgezien van voldoende re-integratie-inspanningen, ondanks dat de werknemer op verschillende momenten zijn werkzaamheden had hervat. De rechtbank concludeerde dat de loonsanctie terecht was opgelegd en verklaarde het beroep van de werkgever ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van adequate re-integratie-inspanningen door werkgevers en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.