Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verdere verloop van de procedure
Het verzoek
Rechtbank Den Haag
Op 9 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van [naam01], een minderjarige geboren in 2010. De kinderrechter heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van drie maanden, met ingang van 11 oktober 2023 tot 28 december 2023. Deze beslissing volgt op een eerdere beschikking van 28 september 2023, waarin al een tijdelijke machtiging was verleend om [naam01] uit huis te plaatsen. De gecertificeerde instelling, Stichting jeugdbescherming west Haaglanden, heeft verzocht om deze machtiging te verlengen, omdat de veiligheid van [naam01] bij de moeder niet meer gewaarborgd kon worden. Tijdens de mondelinge behandeling op 9 oktober 2023 was de moeder aanwezig, maar de vader was niet verschenen, hoewel hij op de hoogte was van de zitting. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een onveilige thuissituatie door geweld van de stiefvader en dat de moeder niet in staat is om [naam01] te beschermen. De kinderrechter heeft de argumenten van de moeder, die verweer voerde tegen de uithuisplaatsing, meegewogen, maar concludeerde dat de situatie voor [naam01] te risicovol is om terug te keren naar huis. De kinderrechter heeft benadrukt dat het essentieel is dat de moeder meewerkt aan de hulpverlening om de veiligheid van [naam01] te waarborgen en dat er stappen gezet moeten worden om de opvoedomgeving te verbeteren. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.