ECLI:NL:RBDHA:2023:15595
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Polen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, een Oekraïense nationaliteit met een V-nummer, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, met als reden dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Dit besluit, genomen op 4 augustus 2023, heeft geleid tot het indienen van beroep door verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 9 oktober 2023, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was, maar verzoeker en zijn gemachtigde niet. Tijdens de zitting is het onderzoek gesloten. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL23.22415) die verband houdt met het beroep van verzoeker. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier mr. V. Vegter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.