ECLI:NL:RBDHA:2023:15590
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening maatschappelijke opvang
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker afgewezen. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag om toegelaten te worden tot de maatschappelijke opvang, die door het college van burgemeester en wethouders van Gouda was afgewezen op 21 juli 2023. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 september 2023 behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de gemachtigden van de verzoeker en het college aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de verzoeker in staat moet worden geacht zelf in zijn onderdak te voorzien, ondanks dat hij nog geen woonruimte heeft gevonden. De voorzieningenrechter stelt vast dat de schaarste op de woningmarkt in de regio waar de verzoeker wil wonen, niet betekent dat hij niet in staat is om zich in de samenleving te handhaven. De Wmo 2015 biedt geen oplossing voor de huisvestingsproblematiek die de verzoeker ervaart. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen spoedeisend belang is dat een voorlopige voorziening rechtvaardigt, en wijst het verzoek af.
De uitspraak heeft geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet. De voorzieningenrechter wijst erop dat de termijn van verblijf in de maatschappelijke opvang niet zal worden verlengd en dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.