ECLI:NL:RBDHA:2023:15513

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.30809
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke context met onvoldoende medewerking van de eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de verlenging van een maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 5 april 2023 de maatregel van bewaring opgelegd op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. Op 27 september 2023 werd deze maatregel met maximaal twaalf maanden verlengd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht.

Tijdens de zitting op 9 oktober 2023 heeft eiser, bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Eiser stelde dat hij wel meewerkt aan zijn uitzetting, maar de rechtbank oordeelde dat hij onvoldoende initiatieven heeft genomen om zijn terugkeer naar Marokko te faciliteren. De staatssecretaris heeft aangegeven dat de uitzetting meer tijd vergt omdat eiser niet meewerkt aan de vaststelling van zijn identiteit en nationaliteit.

De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris de bewaring terecht heeft verlengd, omdat eiser zelf de termijn van zijn bewaring kan verkorten door actief mee te werken aan zijn uitzetting. De rechtbank concludeert dat er voldoende zicht op uitzetting is, ondanks het ontbreken van een laissez passer op dat moment. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.30809
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. E. El Assrouti), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: mr. J.C. van Ossenbruggen-Theodoulou).

Procesverloop

De staatssecretaris heeft op 5 april 2023 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd.
Deze maatregel duurt nog voort.
Bij besluit van 27 september 2023 heeft de staatssecretaris de maatregel van bewaring met ten hoogste twaalf maanden verlengd (het verlengingsbesluit).
Eiser heeft tegen het verlengingsbesluit beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
De staatssecretaris heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
De rechtbank heeft het beroep op 9 oktober 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door mr. S. Toughca, als waarnemer van zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen
A.E. Abdelrahman. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt van Marokkaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 2000.
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan. Via artikel 94, zevende lid, eerste volzin, van die wet geldt hetzelfde voor het verlengingsbesluit. Voor de verlenging van de
maatregel van bewaring geldt verder op grond van artikel 59, zesde lid, van de Vw dat deze maatregel na afloop van zes maanden met maximaal nog eens twaalf maanden kan worden verlengd indien de verwijdering, alle redelijke inspanningen ten spijt, wellicht meer tijd zal vergen, omdat de vreemdeling niet meewerkt aan zijn verwijdering of de daarvoor benodigde documentatie uit derde landen nog ontbreekt.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 27 september 2023 (in de zaak NL23.28846) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was.
4. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat de uitzetting meer tijd vergt, omdat eiser niet meewerkt aan de vaststelling van zijn identiteit en nationaliteit en dus aan de verwijdering en omdat, alle redelijke inspanningen ten spijt, de benodigde documentatie nog ontbreekt.
5. Eiser voert tegen het verlengingsbesluit aan dat dit onvoldoende is gemotiveerd, omdat eiser wel meewerkt aan zijn uitzetting. Hij is verschenen op vertrekgesprekken, heeft zijn gegevens verstrekt en heeft zich in het detentiecentrum voorbeeldig gedragen.
6. De redenen die de staatssecretaris noemt komen overeen met de feiten die staan vermeld in de voortgangsrapportage van 28 september 2023. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de inhoud van de vertrekgesprekken dat eiser onvoldoende meewerkt aan zijn uitzetting. Eiser heeft verklaard niet terug te willen keren naar Marokko, en heeft geen enkel initiatief getoond om een terugkeer naar het land van herkomst mogelijk te maken dan wel activiteiten ondernomen die tot de afgifte van een laissez passer zou kunnen leiden. Ter zitting heeft eiser betoogd dat hij zijn gegevens heeft verstrekt, maar daarvoor zijn in het dossier geen aanknopingspunten te vinden. Dat hij zich in het detentiecentrum voorbeeldig gedraagt, zegt niets over de mate waarin hij meewerkt aan zijn uitzetting. Deze beroepsgrond slaagt niet.
7. Eiser heeft voorts aangevoerd dat zicht op uitzetting ontbreekt. Ondanks dat verweerder heeft gerappelleerd is er nog geen laissez passer verstrekt en er zijn geen aanwijzingen dat op korte termijn wel een laissez passer wordt afgegeven.
8. De rechtbank stelt voorop dat eiser de termijn waarop hij in bewaring wordt gehouden, zelf kan bekorten door actief mee te werken aan zijn uitzetting. Hij heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een brief te schrijven aan de Marokkaanse autoriteiten. Voorts betekent het enkele feit dat er op dit moment nog geen laissez passer is verstrekt niet dat dit in de afzienbare toekomst ook niet zal gebeuren. De staatssecretaris heeft op 18 april 2023 ten behoeve van eiser een laissez passer aangevraagd en op 20 september 2023 heeft de staatssecretaris bij het Marokkaanse consulaat extra aandacht gevraagd voor deze aanvraag. De rechtbank is op grond hiervan van oordeel dat het zicht op uitzetting niet ontbreekt. Deze beroepsgrond slaagt niet.
9. De rechtbank is daarom van oordeel dat de staatssecretaris de bewaring met ten hoogste twaalf maanden mocht verlengen. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. P. Bruins, griffier.
11 oktober 2023

Documentcode: [documentcode]

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan voor zover daarbij is beslist over het verlengingsbesluit hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.
Tegen deze uitspraak staat voor zover daarbij is beslist over het voortduren van de bewaring geen rechtsmiddel open.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op: