6.3.Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en is gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder die zijn gepleegd
De verdachte heeft zich in een tijdsbestek van drie dagen schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten. Hij heeft twee slachtoffers met de dood bedreigd en hun daarmee angst aangejaagd. De aanleiding was dat een van de slachtoffers een foto van de verdachte maakte; het andere slachtoffer was op de ontstane commotie afgekomen. Twee andere slachtoffers heeft de verdachte aangerand, waarmee hij een inbreuk heeft gemaakt op hun lichamelijke integriteit. In de lift van een flat, waar het betreffende slachtoffer dus geen kant op kon, heeft de verdachte toenadering tot haar gezocht, gewacht tot zij uitstapte en vervolgens onverhoeds haar bil aangeraakt. Het andere slachtoffer werd door de verdachte betast toen zij onderweg was naar de school van haar kinderen. Enkele uren later dook de verdachte op bij de woning van dit slachtoffer en heeft hij haar onder haar kleding betast toen zij buiten kwam. Die avond bevond de verdachte zich wederom in de buurt van de woning van het slachtoffer en kon zij hem zien door haar raam. Dat de verdachte het slachtoffer kennelijk naar haar huis is gevolgd moet bijzonder beangstigend zijn geweest voor het slachtoffer. Die avond voelde zij zich zo onveilig in haar woning, dat zij een vriend heeft gevraagd om bij haar te overnachten. Dergelijke feiten, in het bijzonder wanneer zij – zoals in dit geval – zijn gepleegd in de openbare ruimte, wakkeren bovendien gevoelens van onveiligheid aan in de samenleving. De verdachte heeft geen enkel inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen.
De persoon van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 23 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de reclasseringsadviezen over de verdachte van 18 juni en 5 juli 2023. De reclassering signaleert problemen op meerdere leefgebieden: de verdachte heeft geen structurele adequate dagbesteding, hij beschikt over onvoldoende financiële middelen om in zijn levensonderhoud te voorzien en is er sprake van
schuldenproblematiek. De GGZ vermoedt middelengebruik. Het aantal meldingen bij de politie over de verdachte is sinds 2019 toegenomen. De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst onder de in het eerste adviesrapport genoemde voorwaarden, maar de verdachte hield zich tijdens zijn schorsing niet aan zijn meldplicht bij de reclassering. De reclassering adviseert in het tweede adviesrapport verdiepingsdiagnostiek aan te vragen. De officier van justitie heeft dat gedaan, maar door een fout van de reclassering is daaraan geen gevolg gegeven.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van processen-verbaal van de politie waaruit blijkt dat de ouders van de verdachte zich zorgen maken over het steeds onhandelbaarder wordende gedrag van hun zoon en zijn mogelijke drugsgebruik.
Conclusie omtrent de strafoplegging
Gelet op de ernst en aard van de strafbare feiten, de veelheid daarvan en de omstandigheden waaronder die zijn begaan, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere straf dan gevangenisstraf, en wel van langere duur dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank zal de helft van die gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van drie jaren, om de verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te begaan. Zij zal daaraan ook bijzondere voorwaarden verbinden die eerder aan de schorsing van de voorlopige hechtenis waren verbonden, namelijk een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting en de verplichting om mee te werken aan verdiepingsdiagnostiek. Weliswaar heeft de verdachte zich daaraan tijdens die schorsing niet gehouden, maar de rechtbank acht het – gelet op de aard van de feiten en de zorgen die er over de verdachte bestaan – van belang dat hij niet alleen wordt afgestraft, maar dat ook in kaart wordt gebracht welke problematiek bij de verdachte heeft geleid tot het plegen van strafbare feiten en dat wordt geprobeerd die op te lossen. Mocht tijdens de proeftijd blijken dat daarvoor aanvullende voorwaarden nodig zijn, zoals een klinische behandelverplichting of begeleid wonen, dan kan de officier van justitie zich wenden tot de rechtbank met een vordering tot wijziging van de voorwaarden.
De rechtbank zal bevelen dat de bijzondere voorwaarden en het daarop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. Gelet op de veelheid aan feiten, de zorgen die er over de verdachte bestaan en het gebrek aan inzicht dat de verdachte toont in zijn handelen, moet er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De oplegging van maatregelen
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten zal de rechtbank ook aan de verdachte vrijheidsbeperkende maatregelen opleggen in de vorm van een contactverbod met de slachtoffers en een locatieverbod voor een gebied rondom de woning van het slachtoffer van een van de aanrandingen, naar wier woning de verdachte haar was gevolgd. Een ruimer locatieverbod acht de rechtbank niet nodig. De rechtbank zal deze maatregelen dadelijk uitvoerbaar verklaren, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen.