3.1.De gecertificeerde instelling verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam04] in een voorziening voor pleegzorg te verlengen voor de duur van drie maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [naam04] verblijft sinds oktober 2022 bij de oma, omdat de moeder opgenomen werd bij [adres01] . Hoewel het in eerste instantie een vrijwillige plaatsing betrof, is [naam04] bij beschikking van 26 juli 2023 onder toezicht van de gecertificeerde instelling gesteld en is een machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor netwerkpleegzorg verleend, waardoor [naam04] momenteel in het gedwongen kader bij de oma verblijft. De voornaamste oorzaak hiervoor was de strijd tussen de moeder en de oma. [naam04] zit volledig klem tussen hen. De houding van de oma ten opzichte van de moeder is zorgelijk. In de afgelopen periode is gebleken dat er nog onverminderd grote zorgen zijn over het contact tussen de moeder en de oma. Tussen hen is er weinig vertrouwen en de moeder heeft momenteel drie aangiftes tegen de oma gedaan. [naam04] wordt belast met deze spanning en bevindt zich hierdoor in een loyaliteitsconflict. Dit is schadelijk voor hem. Daarnaast heeft de gecertificeerde instelling besloten dat het contact tussen de moeder en [naam04] onbegeleid kan plaatsvinden, maar de oma is het daar niet mee eens. Door de begeleiders van de moeder vanuit [adres01] en Bureau Basiszorg werd aangegeven dat er geen reden is om het contact tussen de moeder en [naam04] te begeleiden en dat het zou moeten worden uitgebreid. Ook is er door de begeleider van [adres01] bevestigd dat er bij de moeder geen sprake is van psychiatrische problematiek, en werd er tijdens de drie begeleide contactmomenten gezien dat er veel liefde is tussen de moeder en [naam04] en dat het de moeder lukt om afspraken te maken. Op dit moment verloopt het contact dan ook onbegeleid en als volgt:
- De oma brengt [naam04] elke zaterdag naar judo. De moeder haalt hem dan op en neemt hem mee naar de woning van mevrouw [naam09] (zus van de oma/tante van de moeder). De moeder brengt [naam04] om 21:15 uur weer bij de grootmoeder;
- De moeder haalt [naam04] op woensdag op van school en neemt hem mee naar de woning van mevrouw [naam09] . De moeder brengt [naam04] om 20:15 uur terug bij de oma;
- Op 16 september 2023 zal [naam04] ook een nachtje logeren bij de moeder, in aanwezigheid van mevrouw [naam09] ;
- Er zijn nu geen vaste belmomenten tussen de moeder en [naam04] . Het nummer van de moeder komt weer in de telefoon van [naam04] te staan, en als daar behoefte naar is kunnen ze elkaar berichten;
- Als de moeder weer een eigen woning heeft, dan kan [naam04] met haar mee en zal er enkele uren begeleiding aanwezig zijn, om zo meer zicht te krijgen op de opvoedvaardigheden van de moeder.
De gecertificeerde instelling heeft ernstige zorgen over de plaatsing bij oma omdat zij niet meewerkt aan de omgangsregeling en zij [naam04] niet in staat stelt zich prettig en veilig te voelen in het contact met zijn moeder, De gecertificeerde instelling heeft daarom overwogen [naam04] over te plaatsen naar een ander pleeggezin. De gecertificeerde instelling meent echter dat het nog laten voortduren van de plaatsing bij de oma minder schadelijk is voor zijn ontwikkeling dan hem opnieuw ergens anders te plaatsen. De gecertificeerde instelling denkt wel dat [naam04] weer bij zijn moeder kan gaan wonen, maar er is nog onvoldoende duidelijkheid over de veiligheid in de thuissituatie van de moeder. Daarom is een terugplaatsing van [naam04] bij de moeder volgens de gecertificeerde instelling nog niet aan de orde. Er moet eerst meer zicht komen op de opvoedvaardigheden van de moeder. De gecertificeerde instelling heeft daarom meerdere aanmeldingen gedaan bij verschillende hulpverleningsorganisaties, waaronder Stichting Groeii, Family Supporters en Sensazorg. Wat hierbij een belemmering is dat de moeder binnenkort zal verhuizen naar [plaats02] en de bovenstaande hulpverleningsorganisaties kampen met wachtlijsten en bovendien geen contract hebben met de gemeente waar de moeder op dit moment staat ingeschreven. Dit maakt dat de hulpverlening nog niet van de grond is gekomen. Naast het bovengenoemde heeft de gecertificeerde instelling aanmeldingen gedaan voor gezinsopnames vanuit onder meer Gezinstotaal. De verwachting is dat, door de bestaande wachtlijsten, Gezinstotaal na oktober 2023 de gezinsopname kan inzetten. Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling daartoe aanvullend naar voren gebracht dat er een aanmelding is gedaan voor een gezinsopname vanuit Arcade. Op 3 oktober 2023 zal het eerste gesprek plaatsvinden. Daarnaast heeft de gecertificeerde instelling ter zitting naar voren gebracht dat [naam04] aangemeld is voor een coach vanuit Coach25 en dat de eerste gesprekken hebben plaatsgevonden. Daarna zal speltherapie of PMT worden ingezet voor [naam04] . Ook zal in de komende periode de omgang tussen de moeder en [naam04] verder uitgebreid gaan worden, mits deze goed verloopt. Hierbij zal ambulante hulpverlening worden ingezet. Omdat de gecertificeerde instelling terugplaatsing van [naam04] op dit moment nog niet mogelijk acht, verzoekt zij verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van drie maanden noodzakelijk.
II.
Verzoek ex artikel 1:262b BW
Door en namens de moeder is aan de kinderrechter een geschil voorgelegd met betrekking tot de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Het verzoek van de moeder strekt er met name toe dat het niet in het belang van [naam04] is dat hij nog langer bij de oma verblijft en dat de gecertificeerde instelling onvoldoende voortvaren te werk gaat om de thuisplaatsing van [naam04] bij de moeder te realiseren. Zij voert daartoe aan dat de plaatsing van [naam04] bij de oma niet passend is en niet in zijn belang. De strijd tussen de moeder en de oma komt steeds meer op de voorgrond te staan. De moeder heeft onlangs zelfs aangifte gedaan tegen de oma. De gecertificeerde instelling wordt meegenomen in de strijd tussen haar en de oma. De oma werkt niet adequaat mee aan het faciliteren van de omgang tussen de moeder en [naam04] . Tot op heden is de omgang tussen de moeder en [naam04] niet uitgebreid, omdat de oma hierin niet meebeweegt. Zo krijgt de moeder steeds op het laatste moment te horen of de omgang tussen haar en [naam04] doorgang vindt. Ook wordt [naam04] door de oma belast met onwaarheden over de moeder. Hierdoor bevindt hij zich nog steeds in een loyaliteitsconflict. De moeder meent dat de gecertificeerde instelling voortvarend te werk dient te gaan in het onderzoek naar de mogelijke terugplaatsing van [naam04] . Het standpunt van de gecertificeerde instelling, dat er onvoldoende zicht is op de situatie van de moeder, doet aan het vorenstaande niet af. Bovendien is er in de thuissituatie van de moeder voldoende hulpverlening betrokken en meent zij dat door middel van de begeleide omgang, die goed is verlopen, is aangetoond dat zij over voldoende opvoedvaardigheden beschikt om de verzorging en opvoeding van [naam04] opnieuw te dragen. De moeder voelt zich dan ook genoodzaakt te verzoeken:
primair: dat [naam04] per direct wordt geplaatst bij de moeder;
subsidiair: dat het besluit van de gecertificeerde instelling van 17 augustus 2023 wordt vernietigd en dat de machtiging tot uithuisplaatsing geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken voor zover deze betrekking heeft op de netwerkplaatsing bij de oma, en dat de machtiging tot uithuisplaatsing wordt verleend voor de netwerkplaatsing bij mevrouw [naam09] ; meer subsidiair: dat het verzoek voor de duur van één maand in zijn geheel wordt aangehouden, gedurende welke periode de gecertificeerde instelling onderzoekt of mevrouw [naam09] kan worden aangewezen als een geschikte pleegouder voor [naam04] . Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, dient de machtiging tot uithuisplaatsing te worden beëindigd, dan wel dient een nieuwe machtiging tot uithuisplaatsing bij mevrouw [naam09] verleend te worden;
uiterst subsidiair: het geschil in het kader van de geschillenregeling te beslechten, ofwel zoals de rechtbank in goede justitie juist acht.
III.
Verzoek oma ex artikel 1:262b BW
Door en namens de oma is aan de kinderrechter een geschil voorgelegd met betrekking tot de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Het verzoek van de oma strekt er onder meer toe dat de hoofdverblijfplaats van [naam04] voor de duur van de ondertoezichtstelling bij haar wordt bepaald en dat de oma als pleegouder wordt aangewezen, zodat zij de voor haar noodzakelijke financiële ondersteuning krijgt. [naam04] verblijft sinds oktober 2022 bij de oma, waar hem de noodzakelijke rust en stabiliteit wordt geboden. [naam04] is gebaat bij de duidelijkheid en structuur die hij krijgt in de thuissituatie van de oma. De oma kan aansluiten bij zijn behoeften, het is dan ook in het belang van [naam04] dat het verblijf bij de oma wordt gecontinueerd. Daarnaast strekt het verzoek van de oma ertoe dat de vastgestelde omgangsregeling tussen de moeder en [naam04] gewijzigd dient te worden, of dat deze in zijn geheel geschorst dient te worden. Ten slotte verzoekt de oma te bepalen dat de gecertificeerde instelling allereerst een schriftelijk rapport overlegt over de veiligheidssituatie in de thuissituatie van de moeder, vóórdat gaat overnachten bij de moeder. Oma wil het contact tussen [naam04] en de moeder niet verhinderen, maar [naam04] nog steeds last heeft van nachtmerries door de thuissituatie van de moeder, onder meer door een mishandeling. [naam04] heeft daarover zelf op 3 september 2023 een brief geschreven. Een overnachting bij de moeder is op dit moment niet goed voor [naam04] . [naam04] moet eerst professionele hulp krijgen, waarbij gewerkt wordt aan de hechtingsrelatie met de moeder en aan het herstel van vertrouwen van [naam04] in zijn moeder. Tot slot verzoekt de oma dat een bijzondere curator wordt benoemd voor [naam04] te voeren.