ECLI:NL:RBDHA:2023:15490
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening van het beroepschrift
In deze zaak heeft eiseres, geboren op [geboortedatum] en van Turkse nationaliteit, beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 30 augustus 2023 is genomen. De rechtbank, zittende in Groningen, heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat voor het indienen van een beroepschrift een termijn van één week geldt, die begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval is het bestreden besluit op 30 augustus 2023 bekendgemaakt, waardoor de termijn voor het indienen van het beroepschrift eindigde op 6 september 2023.
Eiseres heeft het beroepschrift echter pas op 11 september 2023 ingediend, wat betekent dat het niet tijdig is ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen redenen heeft opgegeven voor deze termijnoverschrijding, waardoor er geen verontschuldiging voor het verzuim is gebleken. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geen andere keuze dan het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien het beroep niet ontvankelijk is verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van B. van der Wiel, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met deze beslissing.