ECLI:NL:RBDHA:2023:1549
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning
Op 2 januari 2023 heeft de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen, met de motivering dat deze kennelijk ongegrond was. Tegen dit besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en daarnaast verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 februari 2023 behandeld, waarbij de verzoeker niet aanwezig was, maar de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde, mr. P.A.L.A. van Ittersum.
In de uitspraak van vandaag, met zaaknummer NL23.143, heeft de rechtbank op het beroep beslist. Aangezien de rechtbank uitspraak heeft gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, rechter, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.