ECLI:NL:RBDHA:2023:15487
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen beslissing op bezwaar van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiser, geboren op [geboortedatum] en van Marokkaanse nationaliteit, beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 9 juni 2023. De rechtbank, zittende in Groningen, heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat eiser in het beroepschrift geen gronden heeft vermeld, wat in strijd is met artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiser had de mogelijkheid om dit verzuim te herstellen, maar heeft geen gronden ingediend. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven dat er sinds juli jl. geen contact meer is geweest met eiser, maar dit werd niet als een verontschuldiging voor het verzuim geaccepteerd. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.