ECLI:NL:RBDHA:2023:15482
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onterecht betaalde Ziektewet-uitkering door het UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag geoordeeld over de terugvordering van een te veel betaalde Ziektewet-uitkering aan eiseres door het UWV. Eiseres ontving sinds 5 januari 2021 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en kreeg vanaf 12 april 2021 een Ziektewet-uitkering. Het UWV heeft vastgesteld dat over de periode van 19 mei 2021 tot en met 31 januari 2022 ten onrechte een bedrag van € 24.970,53 aan Ziektewet-uitkering is uitbetaald. Na verrekening met een WAZO-uitkering resteert een bedrag van € 14.139,94 dat het UWV van eiseres terugvordert. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het UWV heeft het besluit gehandhaafd.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 2 oktober 2023 behandeld. Eiseres betwistte de dubbele betaling en stelde dat het UWV niet had aangetoond dat deze had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde echter dat de betaalspecificaties voldoende bewijs boden voor de dubbele betaling. Eiseres had recht op een WAZO-uitkering vanaf 19 mei 2021, waardoor de Ziektewet-uitkering per die datum beëindigd had moeten worden. De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht heeft besloten tot terugvordering van het bedrag van € 14.139,94, ondanks dat de fout aan de zijde van het UWV lag. Eiseres kreeg geen gelijk in haar beroep, en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de terugvordering van het UWV standhoudt.