ECLI:NL:RBDHA:2023:1548
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Tunesische eiser op grond van veilig land van herkomst en ongeloofwaardig asielrelaas
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van een Tunesische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die op 30 september 2022 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel indiende, werd op 2 januari 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geconfronteerd met een kennelijk ongegrond verklaarde aanvraag. De rechtbank behandelt het beroep op 3 februari 2023, waarbij de eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig zijn. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Tunesië als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt en dat de asielaanvraag van eiser niet voldoet aan de vereisten voor een ontvankelijke aanvraag. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris niet ten onrechte het asielrelaas van eiser ongeloofwaardig heeft geacht, gezien de inconsistenties in zijn verklaringen en het gebrek aan bewijs voor zijn vrees voor vervolging bij terugkeer naar Tunesië. De rechtbank wijst erop dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij behoort tot de uitzonderingscategorieën voor veilige landen en dat zijn herhaalde asielaanvraag niet ambtshalve op het recht op gezinsleven is beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.