ECLI:NL:RBDHA:2023:15472
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde A.A. Wildeboer, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. P.A.J. Mulders, afgewezen bij besluit van 15 september 2023, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 11 oktober 2023 behandeld, gelijktijdig met een andere zaak (NL23.30110). In de uitspraak van die andere zaak is door de rechtbank al een beslissing genomen op het beroep van verzoeker, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.