ECLI:NL:RBDHA:2023:15427
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na beoordeling arbeidsgeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres en het UWV over de beëindiging van haar Ziektewet (ZW)-uitkering. Eiseres, die voor het laatst werkzaam was als productiemedewerkster, had zich op 24 juni 2020 ziekgemeld en ontving vanaf 6 juli 2020 een ZW-uitkering. Het UWV beëindigde deze uitkering per 28 februari 2022, omdat zij van mening was dat eiseres weer arbeidsgeschikt was voor haar eigen werk. Eiseres ging hiertegen in beroep, omdat zij stelde dat haar medische situatie niet voldoende was onderkend en dat zij niet in staat was om te werken door pijn en vermoeidheid.
De rechtbank heeft de medische beoordeling van het UWV onderzocht, waarbij de verzekeringsarts B&B de belastbaarheid van eiseres op 28 februari 2022 had vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de verzekeringsarts op overtuigende wijze heeft gemotiveerd dat er geen medische redenen zijn om aan te nemen dat eiseres niet in staat zou zijn haar eigen werk te verrichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen objectieve medische onderbouwing is voor verdergaande beperkingen en dat de door eiseres ervaren klachten niet voldoende zijn om haar arbeidsongeschiktheid te onderbouwen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het UWV terecht heeft besloten de ZW-uitkering van eiseres per 28 februari 2022 te beëindigen. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk heeft gekregen in deze procedure. De rechtbank heeft ook bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht niet wordt vergoed.