Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift, ingekomen op 15 mei 2023;
- het verweerschrift, tevens houdende een tegenverzoek;
- het verweerschrift op het tegenverzoek;
- de in het geding gebrachte producties.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [de werknemer01], en zijn werkgever, Geïntegreerde Zorg Apotheken B.V. (SHG). De werknemer was op staande voet ontslagen omdat hij geneesmiddelen had besteld via zijn werkgever en deze had doorverkocht aan derden, waarbij de betalingen op zijn eigen bankrekening werden ontvangen. De werkgever stelde dat de werknemer zonder toestemming handelde en het vertrouwen had beschaamd. De werknemer verzocht om vernietiging van het ontslag en betaling van zijn salaris, terwijl de werkgever een schadevergoeding eiste wegens onrechtmatig handelen van de werknemer.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven. De werknemer had erkend dat hij geneesmiddelen had verhandeld zonder toestemming van de werkgever en dat hij de betalingen op zijn eigen rekening had laten overmaken. De rechter concludeerde dat dit een dringende reden voor ontslag vormde, en dat het ontslag onverwijld was gegeven. De verzoeken van de werknemer om loondoorbetaling en een billijke vergoeding werden afgewezen.
Daarnaast werd geoordeeld dat de werknemer onrechtmatig had gehandeld door zonder toestemming medische goederen te verhandelen, wat leidde tot schade voor de werkgever. De kantonrechter wees de werkgever toe in haar verzoek om inzage in de bankafschriften van de werknemer om de geleden schade te kunnen vaststellen. De beslissing over de schadevergoeding werd aangehouden, evenals de kosten van de procedure.