Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
V-nummer: [nummer]
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser, die eerder in Duitsland asiel had aangevraagd. Eiser heeft aangevoerd dat de Duitse autoriteiten zijn aanvragen hebben afgewezen en dat hij niet veilig kan worden teruggestuurd naar Duitsland. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat Duitsland zijn internationale verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Duitse autoriteiten het verzoek om terugname op grond van de Dublinverordening hebben geaccepteerd en dat er geen aanwijzingen zijn dat eiser in Duitsland niet de bescherming zal krijgen die hij nodig heeft.
De rechtbank heeft verder overwogen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een evident en fundamenteel verschil is in het beschermingsbeleid tussen Nederland en Duitsland. Eiser heeft geen concrete informatie overgelegd die zou aantonen dat hij in Duitsland geen internationale bescherming zou krijgen, terwijl hij dat in Nederland wel zou krijgen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris terecht heeft besloten om de asielaanvraag van eiser niet in behandeling te nemen en dat het beroep ongegrond is. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling.