ECLI:NL:RBDHA:2023:15368

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.19026 NL23.19028
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.19026 en NL23.19028. Verzoekers, [naam 1] en [naam 2], hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hun asielaanvragen niet in behandeling zijn genomen. De verzoekers hebben tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in andere zaken (NL23.19025 en NL23.19027) die betrekking hebben op de beroepen van de verzoekers. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, in aanwezigheid van griffier R. Ben Sellam, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, conform artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.19026 en NL23.19028
V-nummers: [nummer 1] en [nummer 2]

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1], verzoeker,

[naam 2], verzoekster,
hierna tezamen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. A. Jhingoer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij twee besluiten van 30 juni 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van eisers niet in behandeling genomen. [1]
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb [2] uitspraak buiten zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL23.19025 en NL23.19027, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Algemene wet bestuursrecht.