Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Marokkaanse man, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd met terugwerkende kracht tot 7 januari 2018 was ingetrokken. Dit besluit omvatte ook een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van tien jaar. Verzoeker was op 10 juli 2023 uitgezet naar Nador, Marokko, en verzocht de voorzieningenrechter om hem te verbieden uit te zetten naar Marokko totdat zijn bezwaar was behandeld.
Tijdens de zitting op 22 september 2023 heeft verzoeker zijn verzoek gewijzigd en gevraagd om toegang tot Nederland, zodat hij de uitkomst van zijn bezwaar daar kon afwachten. De voorzieningenrechter heeft overwogen of verzoeker procesbelang had bij de verzochte voorziening, gezien het feit dat hij al was uitgezet. De rechter concludeerde dat verzoeker procesbelang had, omdat hij zijn verzoek had gewijzigd.
Verzoeker voerde aan dat hij een spoedeisend belang had, omdat hij zich niet zelfstandig kon handhaven in Marokko en medische zorg nodig had die alleen in Nederland beschikbaar was. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoeker onvoldoende had onderbouwd dat hij niet zelfstandig kon leven in Marokko en dat zijn medische situatie niet vereiste dat hij naar Nederland moest worden teruggebracht. De rechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.