ECLI:NL:RBDHA:2023:15359

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
23.16693
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de weigering van de staatssecretaris om een verblijfsdocument af te geven, zoals vastgelegd in het besluit van 11 mei 2023. Dit bezwaar werd ongegrond verklaard, waarna verzoeker beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, zonder zitting uitspraak gedaan.

In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van 4 oktober 2023 in een vergelijkbare zaak (NL23.16692), waarin al op het beroep was beslist. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig, wat leidde tot de afwijzing van het verzoek als kennelijk ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.16693

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A. Agayev),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 11 mei 2023 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker tegen de weigering tot afgifte van een verblijfsdocument op grond van artikel 20 van het VWEU [1] en het arrest Chavez-Vilchez [2] ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit worden opgeschort totdat er op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van 4 oktober in de zaak met nummer NL23.16692 heeft de rechtbank beslist op het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie.
2.Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 10 mei 2017, ECLI:EU:C:2017:354.