ECLI:NL:RBDHA:2023:15342

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
11 oktober 2023
Zaaknummer
10261038 RL EXPL 22-20579
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst zonnepanelen wegens ondeugdelijke installatie en schadevergoeding

In deze zaak heeft eiser, [eiser01], een overeenkomst gesloten met gedaagde, [gedaagde01], voor de levering en installatie van zonnepanelen. Na installatie op 23 juli 2022 bleek dat de zonnepanelen niet naar behoren functioneerden, wat eiser op 8 augustus 2022 meldde. Eiser heeft vervolgens een inspectie laten uitvoeren door StroomWijs, die bevestigde dat er een bedradingsfout was gemaakt, waardoor de zonnepanelen onvoldoende energie opwekten. Eiser heeft de overeenkomst op 10 oktober 2022 ontbonden en vorderde terugbetaling van de koopprijs, herstelkosten van het dak, en vergoeding voor misgelopen stroom. De kantonrechter oordeelde dat de installatie ondeugdelijk was en dat gedaagde tekortgeschoten was in haar verplichtingen. De vorderingen van eiser werden toegewezen, inclusief de terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding voor de herstelkosten en misgelopen stroom.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
PV/bc
Zaak-/rolnr.: 10261038 RL EXPL 22-20579
21 september 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser01] ,wonende te [woonplaats01] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: mr. M.J.S. Spanjersberg,
tegen
[gedaagde01]handelend onder de naam
[naam bedrijf01] ,
wonende en zaakdoende te [vestigingsplaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
gemachtigde: aanvankelijk mr. A. Yazdanpanah, die zich per 19 juni 2023 heeft onttrokken,
thans procederende zonder gemachtigde.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- de dagvaarding van 14 december 2022 met producties geletterd/genummerd L-0 tot en met L-10;
- de conclusie van antwoord met producties genummerd 1 en 2;
- de akte wijziging eis tevens akte overlegging aanvullende producties van de zijde van [eiser01] ;
- de aanvullende producties genummerd 3 en 4 van de zijde van [gedaagde01] .
1.2.
Op 1 juni 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij zijn van de zijde van [eiser01] foto’s en is van de zijde van [gedaagde01] een pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt, die zich eveneens in het griffiedossier bevinden.
1.3.
Vervolgens is de uitspraak van dit vonnis bepaald op 29 juni 2023 en na beslissing op een tweetal door [gedaagde01] gedane wakingsverzoeken, nader bepaald op heden.
1.4.
Bij e-mail van 19 juni 2023 heeft mr. Yazdanpanah laten weten zich te onttrekken als gemachtigde van [gedaagde01] .

2.Feiten

2.1.
[eiser01] heeft in juli 2022 met [gedaagde01] een overeenkomst gesloten voor de levering en montage van elf zonnepanelen op het dak van de woning aan de [adres01] te [plaats01] inclusief een mobiele app om de opbrengst van de zonnepanelen te monitoren tegen een prijs van € 4.930,- incl. btw. [eiser01] heeft dit bedrag betaald.
2.2.
De zonnepanelen zijn op 23 juli 2022 bij [eiser01] geïnstalleerd. Aan de voorzijde van het dak liggen acht zonnepanelen verdeeld over het dak en de dakopbouw. Aan de achterzijde van het dak liggen drie zonnepanelen op de dakopbouw. De voorzijde van het dak ligt op het zuidoosten en de achterzijde van het dak ligt op het noodwesten.
2.3.
[eiser01] heeft op 8 augustus 2022 de mobiele app geïnstalleerd.
2.4.
De heer [naam01] (hierna: [naam01] ) heeft namens [eiser01] op 25 augustus 2022 een e-mail gestuurd aan e-mailadressen [e_mail01] en [e_mail02] . Daarin heeft hij onder meer geschreven dat de opbrengst van de zonnepanelen buitengewoon laag is en gevraagd om een oplossing.
2.5.
[naam01] heeft op 6 september 2022 per WhatsApp-bericht aan [naam02] (hierna: [naam02] ) van [gedaagde01] gevraagd te reageren op zijn e-mail van 25 augustus 2022. In het WhatsApp-gesprek dat daarop volgt, hebben zij elkaar over en weer onder meer de volgende berichten gestuurd:
WhatsApp-gesprek op 6 september 2022:
[ [naam02] 12:15 uur]: Er is niks fout geïnstalleerd. (…) Verder zijn de strings goed aangesloten. Maar als er een probleem met schaduw komt, dan zouden jullie optimizers kunnen overwegen. (…)
[ [naam01] 13:08 uur]: (…) – of er iets “fout geinstalleerd” is is niet aan mij om te zeggen, want ik ben geen installateur. Misschien is de combinatie van onderdelen niet geschikt voor de situatie. Maar er is sinds 23 juli in totaal 176 kWh opgewerkt. Kun je dat verklaren (…)
[ [naam02] 13:22 uur]: Maar waar haal je de 176 kWh vandaan?
[ [naam01] 13:37 uur]: Die komt uit de app (…)
[ [naam01] 13:56 uur]: Dit is van nu…0,4 kWp capaciteit, is dat normaal? (…)
WhatsApp-gesprek op 12 september 2022:
[ [naam01] 11:42 uur]: Hallo [naam02] , Ik verzoek je met klem om in te gaan om mijn vraag m.b.t. performance van de panelen. Er isgeensprake van schaduwen in de ochtend, dus er is volgens mij ookgeenbehoefte aan optimizers rond die tijd. Toch is de opbrengst minder dan 400 Watt. (…) 400 Watt is te weinig. De vraag is eenvoudig: ga je dit oplossen voor ons? Ja of nee?
2.6.
[eiser01] heeft bij brief van 10 oktober 2022 aan [gedaagde01] medegedeeld haar vordering tot nakoming om te zetten en de overeenkomst ontbonden.
2.7.
[eiser01] heeft op 1 mei 2023 aan StroomWijs B.V. (hierna: StroomWijs) de opdracht gegeven om de zonnepanelen te inspecteren en de opbrengst ervan te onderzoeken. [gedaagde01] is op 2 mei 2023 uitgenodigd om bij de inspectie van de zonnepanelen op 5 mei 2023 aanwezig te zijn. [gedaagde01] is niet op deze uitnodiging ingegaan.
2.8.
StroomWijs heeft bij brief van 8 mei 2023 haar bevindingen van het onderzoek naar de zonnepanelen naar [eiser01] gestuurd. Bijlage bij die brief is het inspectierapport van StroomWijs. In de brief staat onder meer:
“(…)Aanvullend onderzoek op locatie
Tijdens de inspectie is gebleken dat een van de twee strings met zonnepanelen geen spanning geeft. Het gaat hierbij om de string met 8 zonnepanelen op de zuidoost-kant van de woning. Als aanvullend onderzoek is deze string opgedeeld in twee sets van 4 zonnepanelen en daarna bemeten. Hierbij is gebleken dat er een fout is gemaakt in de bedrading. Met de metingen is vastgesteld dat de panelen te verwachten waarden geven voor stroom, spanning en vermogen. Mijn conclusie is dan ook dat de panelen zelf goed functioneren. Als het systeem correct zou zijn geïnstalleerd, zou dit systeem meer hebben opgebracht.
Opbrengstberekening
(…)
Op 08-05-2023 geeft de monitoring aan dat er in totaal 494,9 kWh is opgewerkt. Het systeem functioneert nu effectief alsof alleen de drie zonnepanelen op de noordwest-kant van het huis zijn aangesloten. Het rendement van deze string zonnepanelen is hierdoor ook lager dan wanneer ook de andere acht zonnepanelen correct zouden zijn aangesloten.
Op basis van de opbrengstcalculaties en de gegevens uit de monitoring schat ik in dat er in totaal tot aan 08-05-2023 circa 2082 kWh is misgelopen als gevolg van de bedradingsfout. (…)”
In het inspectierapport staat onder meer:
“(…) Constateringen en opmerkingen
Tijdens de inspectie zijn constateringen gedaan. Deze zijn hieronder weergegeven. (…)
9. De rode kabel in de plus-aansluiting van MPP-tracker 1 en de zwarte kabel in de min-aansluiting van MPP-tracker 2 vormen samen één string.
Deze geeft een open klemspanning van 106V. Dit komt overeen met de te verwachten spanning van 3 zonnepanelen op het noordwest-georiënteerde dakvlak.
Dit betekent dat deze string over twee MPP-trackers is verdeeld.
10. De rode kabel in de min-aansluiting van MPP-tracker 1 en de zwarte kabel in de plus-aansluiting van MPP-tracker 2 vormen samen één string.
Dit betekent dat deze string over twee MPP-trackers is verdeeld.
De string geeft geen spanning. (…)”
2.9.
[eiser01] heeft na dagvaarding de woning verkocht. De overdracht van de woning is gepland op 23 juni 2023.

3.Vordering en verweer

3.1.
[eiser01] vordert – na haar eis te hebben gewijzigd – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, (verkort en anders weergegeven):
primairvoor recht te verklaren dat de overeenkomst is ontbonden dan wel
subsidiairde overeenkomst te ontbinden;
[gedaagde01] te veroordelen tot terugbetaling van € 4.930,- te vermeerderen met wettelijke rente;
[gedaagde01] te veroordelen om de zonnepanelen, op een met [eiser01] af te stemmen dag en tijdstip, binnen vier weken na dagtekening van dit vonnis te verwijderen;
[eiser01] te machtigen om, op kosten van [gedaagde01] , de zonnepanelen te (laten) verwijderen indien [gedaagde01] de zonnepanelen niet binnen de onder b (bedoeld zal zijn onder c) bedoelde termijn heeft verwijderd, alsmede [eiser01] te machtigen om de zonnepanelen onbeheerd en onbeschermd achter te laten op of rond het terrein van [gedaagde01] ;
[gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de onder d bedoelde kosten binnen zeven dagen nadat zulks is verzocht, te vermeerderen met wettelijke rente;
[gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de kosten die [eiser01] maakt en heeft gemaakt voor herstel van haar dak, tot op heden € 505,18 inclusief btw, binnen zeven dagen nadat zulks is verzocht, te vermeerderen met wettelijke rente;
[gedaagde01] te veroordelen tot betaling van € 71,- per maand vanaf 24 juli 2022 tot 23 juni 2023 de dag dat de zonnepanelen zijn verwijderd, binnen zeven dagen nadat zulks is verzocht, te vermeerderen met wettelijke rente;
[gedaagde01] te veroordelen tot vergoeding van de kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid ad € 1.270,50 inclusief btw;
[gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente daarover.
3.2.
[gedaagde01] heeft verweer gevoerd, waarop hierna – voor zover van belang – zal worden ingegaan.

4.Beoordeling

Consumentenkoop en wettelijk kader
4.1.
Niet in geschil is dat de overeenkomst tussen partijen een consumentenkoop is als bedoeld in artikel 7:5 lid 1 sub a BW. Omdat sprake is van consumentenkoop, zijn de bepalingen uit titel 1 van boek 7 van het BW op de overeenkomst van toepassing.
4.2.
Op grond van artikel 7:22 lid 1 sub a BW heeft de koper de bevoegdheid de overeenkomst te ontbinden indien het afgeleverde niet aan de overeenkomst beantwoordt in de zin van artikel 7:17 BW, tenzij de afwijking van het overeengekomene de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt gezien haar geringe betekenis. De ontbindingsbevoegdheid ontstaat op grond van artikel 7:22 lid 2 BW pas wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, dan wel de verkoper tekort is geschoten in een verplichting tot aflevering van het ontbrekende, of herstel of vervanging van het geleverde binnen een redelijke termijn (artikel 7:21 lid 1 jo. lid 3 BW).
4.3.
Op grond van artikel 7:17 lid 2 BW beantwoordt een zaak niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Op grond van artikel 7:18a lid 2 BW wordt vermoed dat de zaak niet voldoet aan de overeenkomst indien de afwijking zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet. Indien de installatie ondeugdelijk is uitgevoerd, wordt dit ingevolge artikel 7:18a lid 1 BW gelijkgesteld aan een gebrek aan overeenstemming van de zaak aan de overeenkomst.
Non-conform?
4.4.
[eiser01] stelt zich op het standpunt dat de zonnepanelen non-conform zijn in de zin van artikel 7:17 lid 1 BW. Dit houdt in dat de zonnepanelen volgens [eiser01] niet de eigenschappen bezitten die zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De zonnepanelen leveren volgens [eiser01] te weinig stroom op en [eiser01] heeft dit na installatie van de zonnepanelen bij [gedaagde01] gemeld.
4.5.
Ter onderbouwing van haar stelling dat het systeem onvoldoende werkt heeft [eiser01] bij akte het inspectierapport van StroomWijs in het geding gebracht. In dit rapport staat dat de string met (acht) zonnepanelen op de zuidoostkant van de woning geen spanning geeft. De oorzaak hiervan is gelegen in een fout in de bedrading. Met de zonnepanelen zelf is niks mis. In het rapport staat verder dat de foute installatie zijn weerslag heeft op het rendement van de string met (drie) zonnepanelen op de noordwestkant van de woning.
4.6.
[gedaagde01] heeft verzocht om de bevindingen uit het rapport van StroomWijs buiten beschouwing te laten dan wel haar ex artikel 194 Rv de gelegenheid te geven om eveneens een deskundigenrapport in te dienen. De kantonrechter verwerpt dit verzoek. Dat bij het onderzoek van StroomWijs [gedaagde01] niet betrokken is geweest, is geen reden om het rapport niet tot uitgangspunt te nemen, nu vaststaat dat [gedaagde01] de uitnodiging om bij inspectie aanwezig te zijn heeft ontvangen maar niet is verschenen. De termijn tussen de uitnodiging van [gedaagde01] en het onderzoek naar de zonnepanelen door StroomWijs was niet dusdanig kort dat [gedaagde01] niet de gelegenheid had een (geschikte) vervanger voor [naam02] te vinden. Bovendien had [naam02] digitaal kunnen deelnemen en had [gedaagde01] ook haar gemachtigde bij het onderzoek aanwezig kunnen laten zijn. [gedaagde01] heeft er echter voor gekozen dat niet te doen. Dit dient voor rekening en risico van [gedaagde01] te komen.
4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat uit het rapport van StroomWijs genoegzaam volgt dat de installatie van de zonnepanelen ondeugdelijk is uitgevoerd. In het rapport is uiteengezet welk onderzoek heeft plaatsgevonden en dat sprake is van een bedradingsfout waardoor de zonnepanelen te weinig energie opwekken. De kantonrechter heeft geen reden om aan deze bevindingen te twijfelen. Anders dan [gedaagde01] stelt, volgt uit het rapport niet dat StroomWijs volgens de zwaardere en dus verkeerde Scope 12-norm heeft gemeten. Ook de door [gedaagde01] als productie 4 overgelegde verklaring van de installateur van de zonnepanelen, dat de zonnepanelen bij oplevering functioneerden, kan [gedaagde01] niet helpen. Behalve dat de verklaring niet is ondertekend en aan de echtheid ervan kan worden getwijfeld, kan niet worden vastgesteld dat het systeem werkend is opgeleverd. Het opleverrapport waarnaar wordt verwezen, is immers niet in het geding gebracht, zodat niet kan worden achterhaald dat de zonnepanelen naar behoren en volledig functioneerden op het moment van oplevering op 23 juli 2022. Aan het niet onderbouwde verweer dat, zoals [gedaagde01] ter zitting heeft gesteld, het onmogelijk zou zijn om de bedradingsfout te maken zoals StroomWijs die geconstateerd heeft, gaat de rechtbank voorbij.
4.8.
Andere feiten en omstandigheden op grond waarvan aan de juistheid van de bevindingen van StroomWijs getwijfeld kan worden, zijn onvoldoende gebleken. Daarbij wordt ook van belang geacht dat [gedaagde01] op zichzelf niet heeft betwist dat de zonnepanelen weinig energie opwekken. [gedaagde01] stelt zich echter op het standpunt dat dit komt doordat [eiser01] een serie-geschakeld systeem zonder
optimizersheeft gekozen waarbij schaduw op één paneel zorgt voor een verminderde werking van ieder ander paneel, maar dat de aard van het systeem de oorzaak van de verminderde opbrengst is, is door [gedaagde01] op geen enkele wijze onderbouwd. Dit had wel van haar verwacht mogen worden gelet op de stelling van [eiser01] dat op de zuidoostkant geen schaduw mogelijk is en de zonnepanelen op die kant geen enkele opbrengst hebben.
4.9.
[gedaagde01] voert ook nog aan dat het waarschijnlijk is dat de schade aan het systeem en de bedradingsfout is ontstaan door werkzaamheden van andere vaklieden die na haar op het dak zijn geweest. Ter zitting is aan de hand van de mobiele app objectief vastgesteld dat de zonnepanelen in ieder geval vanaf 8 augustus 2022 een te lage opbrengst hadden en dus onvoldoende functioneerden. [eiser01] heeft ter zitting gesteld dat er begin oktober 2022 voor het eerst iemand op het dak is geweest na de installatie van de zonnepanelen en [gedaagde01] heeft die stelling niet weersproken. Dit betekent dat tussen de installatie van de zonnepanelen op 23 juli 2022 en 8 augustus 2022 niemand het dak op is geweest, zodat het onvoldoende functioneren van het systeem niet het gevolg kan zijn van werkzaamheden van derden. Die stelling wordt dan ook gepasseerd.
4.10.
Uit het voorgaande volgt dat het ervoor moet worden gehouden dat de oorzaak van de verminderde opbrengst van de zonnepanelen is gelegen in de foutieve bedrading door de installateur van de zonnepanelen. Een ondeugdelijke installatie van de zaak wordt gelijkgesteld aan een gebrek aan overeenstemming van de zaak aan de overeenkomst.
De vorderingen van [eiser01]
Ontbinding
4.11.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser01] [gedaagde01] tijdig in kennis heeft gesteld van de problemen met de zonnepanelen en ook de gelegenheid heeft geboden om deze te herstellen. Dit is gebeurd bij e-mail van 25 augustus 2022. [naam02] heeft ter zitting gesteld dat hij die e-mail niet heeft ontvangen, maar uit zijn WhatsApp-berichten van 6 september 2022 aan [naam01] volgt dat hij van die e-mail kennis heeft genomen. Met de e-mail van 25 augustus 2022 is naar het oordeel van de kantonrechter aan de functie van een ingebrekestelling voldaan. [gedaagde01] wordt daarin immers gemeld dat sprake is van een gebrek en verzocht om herstel.
4.12.
Omdat vast staat dat [gedaagde01] tot op de dag van vandaag niet tot herstel van de zonnepanelen is overgegaan, is [gedaagde01] tekortgeschoten in haar verplichting om het herstel te doen plaatsvinden binnen een redelijke termijn. Als gevolg hiervan was [eiser01] op grond van artikel 7:22 lid 1 onder a en lid 2 jo. artikel 7:21 lid 3 BW bevoegd om tot ontbinding van de koopovereenkomst over te gaan. Dit heeft [eiser01] rechtsgeldig gedaan bij brief van 10 oktober 2022.
4.13.
Het voorgaande leidt ertoe dat de primair gevorderde verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden zal worden toegewezen. Door ontbinding van de overeenkomst ontstaat op grond van artikel 6:271 BW de verplichting voor partijen tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties. De ongedaanmakingsverplichtingen houden over en weer in dat [gedaagde01] het reeds door [eiser01] betaalde aan haar moet terugbetalen en [eiser01] de zonnepanelen moet (terug)leveren aan [gedaagde01] . Dat voor [eiser01] reeds enige energie is opgewekt, doet aan die verplichtingen niet af. [gedaagde01] zal daarom worden veroordeeld tot betaling aan [eiser01] van een bedrag van € 4.930,-. De wettelijke rente hierover is als onweersproken toewijsbaar.
4.14.
Tegen de vorderingen van [eiser01] om [gedaagde01] te veroordelen om de zonnepanelen binnen vier weken na vandaag te verwijderen en [eiser01] te machtigen om dit op kosten van [gedaagde01] zelf te doen en de zonnepanelen op het terrein van [gedaagde01] achter te laten indien [gedaagde01] hierin tekort schiet, is door [gedaagde01] geen zelfstandig verweer gevoerd, zodat deze zullen worden toegewezen.
Kosten van het herstel van het dak
4.15.
[eiser01] heeft aan haar vordering om [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de kosten van het herstel van het dak ten grondslag gelegd dat bij de installatie van de zonnepanelen diverse dakpannen zijn gebroken en afgebrokkeld en ruimte is ontstaan tussen de dakpannen, hetgeen leidt tot lekkages. [eiser01] heeft ter onderbouwing van dit onderdeel van haar vordering verschillende foto’s overgelegd.
4.16.
Primair betwist [gedaagde01] dat de dakpannen kapot zijn gegaan tijdens het installeren van de zonnepanelen. Deze betwisting heeft zij onvoldoende onderbouwd. Zo heeft [gedaagde01] tegenover de foto’s die door [eiser01] in het geding zijn gebracht geen foto’s overgelegd van de staat van het dak en de dakpannen van vlak voor en vlak na de installatie van de zonnepanelen. Van de foto’s van [eiser01] staat als onweersproken vast dat deze zijn gemaakt vóór oktober 2022. Ter zitting heeft [eiser01] gesteld dat de foto’s zijn gemaakt op 27 augustus 2022, maar uit de dagvaarding lijkt te volgen dat de foto’s dateren van 28 september 2022. Wat daar verder ook van zij, hiervoor is overwogen dat er begin oktober 2022 voor het eerst iemand op het dak is geweest na de installatie van de zonnepanelen op 23 juli 2022. Dit betekent dat de schade niet kan zijn veroorzaakt door derden. Omdat [gedaagde01] verder niet heeft onderbouwd dat het dak ten tijde van de installatie van de zonnepanelen reeds in de staat verkeerde zoals op de foto’s van [eiser01] te zien is, wordt het ervoor gehouden dat [gedaagde01] die schade heeft veroorzaakt. De blote betwisting dat dit niet zo is, is in het licht van het voorgaande onvoldoende.
4.17.
Subsidiair beroept [gedaagde01] zich erop dat aansprakelijkheid voor schade aan dakpannen is uitgesloten in artikel 6 lid 13 van haar algemene voorwaarden. Hierin staat:
“Koper is er van op de hoogte en gaat akkoord met het feit dat er tijdens de installatie beschadigingen aan het dak kunnen ontstaan. Denk hierbij bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot: breken van dakpannen (…). Koper vrijwaart [gedaagde01] van alle schade welke veroorzaakt wordt tijdens het normaal uitvoeren van de plaatsingswerkzaamheden;”
4.18.
[eiser01] stelt zich primair op het standpunt dat de algemene voorwaarden niet zijn overeengekomen en niet ter hand zijn gesteld. De kantonrechter volgt [eiser01] hierin niet. [gedaagde01] heeft gesteld en onderbouwd dat de offerte wordt aangeleverd via het portal Zoho en dat daarbij direct wordt verwezen naar de algemene voorwaarden. In dit portal zijn de algemene voorwaarden middels een klik op een link te bekijken en te downloaden. [eiser01] heeft deze stellingen niet betwist. [eiser01] heeft ter zitting slechts gesteld digibeet te zijn en niet op Zoho te zijn geweest. Naar eigen zeggen heeft ze de algemene voorwaarden niet gelezen “omdat ze er niet op kwam”. Naar het oordeel van de kantonrechter komt dit voor haar eigen rekening en gelden de algemene voorwaarden als overeengekomen. [gedaagde01] heeft aan [eiser01] een redelijke mogelijkheid geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen op een wijze dat deze door haar kunnen worden opgeslagen en toegankelijk zijn voor latere kennisneming (artikel 6:234 lid 2 BW) en [eiser01] had, indien zij de algemene voorwaarden had willen raadplegen, de hulp van een derde kunnen inschakelen, maar dat heeft zij kennelijk niet gedaan.
4.19.
Subsidiair beroept [eiser01] zich erop dat artikel 6 lid 13 van de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is. Dit beroep slaagt. De wet geeft een aantal bedingen die bij gebruik door een professionele partij tegenover een natuurlijk persoon die niet handelt in zijn beroep of bedrijf, altijd onredelijk bezwarend zijn of vermoed worden onredelijk bezwarend te zijn. Op de lijst van bepalingen die tegenover consumenten vermoed worden onredelijk bezwarend te zijn staat het beding dat de gebruiker geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding (artikel 6:237 sub f BW). De bepaling zoals neergelegd in artikel 6 lid 13 van de algemene voorwaarden van [gedaagde01] is zo'n beding.
4.20.
Ter ontzenuwing van het vermoeden dat het beding onredelijk bezwarend is heeft [gedaagde01] gesteld dat voor [eiser01] altijd andere grondslagen voor nakoming of een schadevergoeding bestaan, zoals op grond van een onrechtmatige daad. Dit verweer slaagt niet. Het enkele feit dat die mogelijkheid voor [eiser01] bestaat, maakt immers niet dat het beding niet onredelijk bezwarend is. Omdat [gedaagde01] verder niets naar voren heeft gebracht dat kan leiden tot het oordeel dat het betreffende beding in de gegeven omstandigheden niet onredelijk bezwarend is, wordt het beding als onredelijk bezwarend en oneerlijk aangemerkt. [gedaagde01] kan in haar verhouding met [eiser01] dan ook geen beroep doen op dit beding ter afwering van de vordering van [eiser01] .
4.21.
Daarmee wordt toegekomen aan de hoogte van de schade. [eiser01] heeft in haar akte gesteld dat zij genoodzaakt was het dak deels te herstellen. Daarvoor heeft zij voor € 72,- incl. btw aan dakpannen gekocht en door Smits Dakkundig Onderhoud herstelwerkzaamheden laten uitvoeren voor een bedrag van € 433,18 incl. btw. [gedaagde01] heeft deze stellingen en de hoogte van de bedragen niet betwist en de opgevoerde bedragen komen de kantonrechter niet onredelijk voor. [gedaagde01] zal dan ook veroordeeld worden tot betaling van de reeds gemaakte kosten. De wettelijke rente hierover zal als onweersproken worden toegewezen. Ook de vordering ten aanzien van de herstelkosten voor het dak na verwijdering van de zonnepanelen zal worden toegewezen. [eiser01] heeft onbetwist gesteld dat de totale kosten van herstel van het dak € 1.100,- bedragen, zodat dit bedrag overeenkomstig artikel 6:105 BW zal worden toegewezen.
Vergoeding misgelopen stroom
4.22.
[eiser01] legt aan dit onderdeel van haar vordering ten grondslag dat de panelen sinds 24 juli 2022 een verminderde opbrengst hebben gehad. De zonnepanelen hebben volgens [eiser01] namelijk slechts 1,5 kWh per dag opgeleverd in plaats van 8 tot 11 kWh. Dit betekent dat [eiser01] schade heeft geleden in de vorm van misgelopen stroom ter hoogte van € 71,- per maand.
4.23.
[gedaagde01] heeft de stellingen van [eiser01] niet weersproken. Aldus wordt uitgegaan van de juistheid ervan. [gedaagde01] beroept zich er echter op dat haar aansprakelijkheid voor gemiste stroomopbrengsten is uitgesloten in artikel 8.1 en 8.2 van de algemene voorwaarden. Die artikelen luiden als volgt:
“1. [naam bedrijf01] kwijt zich van haar taak, zoals van een bedrijf in haar branche mag worden verwacht, maar aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade, met inbegrip van overlijdens- en letselschade, gevolgschade, bedrijfsschade, winstdervingen en/of stagnatieschade, die het gevolg is van handelen of nalaten van [naam bedrijf01] , haar personeel dan wel door haar ingeschakelde derden, het Product en/of de Installatie. Tenzij dwingendrechtelijke bepalingen zich hiertegen verzetten;
2. [naam bedrijf01] is nooit aansprakelijk voor schade door misgelopen stroomopbrengst als gevolg van niet functioneren van het Product en/of onjuiste Installatie;”
4.24.
Volgens [eiser01] zijn deze bedingen onredelijk bezwarend en de kantonrechter volgt haar hierin. Net als artikel 6 lid 13 van de algemene voorwaarden bevrijden de artikelen 8.1 en 8.2 [gedaagde01] van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding. De bedingen worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn en [gedaagde01] heeft los van de stelling dat er voor [eiser01] andere grondslagen bestaan, welk verweer hiervoor reeds is verworpen, onvoldoende naar voren heeft gebracht dat de bedingen in de gegeven omstandigheden niet onredelijk bezwarend zijn. [gedaagde01] kan in deze procedure haar aansprakelijkheid dan ook niet met succes beperken met een beroep op de artikelen 8.1 en 8.2 van haar algemene voorwaarden.
4.25.
Het voorgaande leidt ertoe dat ook dit onderdeel van de vordering wordt toegewezen, met dien verstande dat de veroordeling wordt beperkt tot het moment van de feitelijke levering van de woning door [eiser01] aan de kopers op 23 juni 2023. [eiser01] is vanaf dat moment immers geen eigenaar meer, zodat zij vanaf dat moment geen schade meer in de vorm van gemiste stroomopbrengsten lijdt. De wettelijke rente is als onweersproken toewijsbaar.
Beroep op artikel 8.4 van de algemene voorwaarden
4.26.
[gedaagde01] heeft afsluitend verzocht rekening te houden met het bepaalde in artikel 8.4 van de algemene voorwaarden. Hierin staat:
“Onverminderd het bepaalde in de overige leden van dit artikel wordt de aansprakelijkheid van [naam bedrijf01] , uit welke hoofde ook, bovendien beperkt tot het daadwerkelijk betaalde factuurbedrag. Althans, het deel daarvan dat betrekking heeft op de aansprakelijkheid en zulks tot maximaal het bedrag van de door de assuradeur van [naam bedrijf01] in het voorkomende geval te verstrekken uitkering (…)”
4.27.
Zoals hiervoor reeds is overwogen ten aanzien van artikel 6 lid 13 en de artikelen 8.1 en 8.2 van de algemene voorwaarden van [gedaagde01] , wordt voormeld beding door het bepaalde in artikel 6:237 sub f BW vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Omdat [gedaagde01] ook ten aanzien van dit beding onvoldoende naar voren heeft gebracht dat zij niet onredelijk bezwarend is, komt haar geen beroep toe op het beding.
Kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid
4.28.
[eiser01] maakt verder nog aanspraak op een bedrag van € 1.207,50 incl. btw. Dat is het bedrag dat [eiser01] heeft betaald voor het onderzoek van StroomWijs. Dat [eiser01] de inschakeling van een deskundige nodig heeft geacht is begrijpelijk en ook de omvang van de kosten is redelijk. De kosten zijn ook niet door [gedaagde01] weersproken. Voormeld bedrag is daarom eveneens toewijsbaar.
Proceskosten
4.29.
[gedaagde01] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De wettelijke rente daarover zal als onweersproken en op de wet gegrond op na te melden wijze worden toegewezen.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart voor recht dat de overeenkomst tussen partijen is ontbonden;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] tot terugbetaling aan [eiser01] van € 4.930,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2022 tot de dag van algehele voldoening, binnen zeven dagen na dagtekening van dit vonnis;
5.3.
veroordeelt [gedaagde01] om de zonnepanelen op een met [eiser01] af te stemmen dag en tijdstip binnen vier weken na dagtekening van dit vonnis te verwijderen;
5.4.
machtigt [eiser01] om, op kosten van [gedaagde01] , de zonnepanelen te (laten) verwijderen indien [gedaagde01] de zonnepanelen niet binnen de bij 5.3. bedoelde tijd heeft verwijderd, alsmede om de zonnepanelen onbeheerd en onbeschermd achter te laten op of rond het terrein van de woning aan de [adres02] te [plaats02] ;
5.5.
veroordeelt [gedaagde01] tot betaling aan [eiser01] van de bij 5.4. bedoelde kosten binnen zeven dagen nadat zulks is verzocht, te vermeerderen met de wettelijke rente voor iedere dag dat betaling nadien uitblijft;
5.6.
veroordeelt [gedaagde01] tot betaling aan [eiser01] van de kosten die [eiser01] maakt en heeft gemaakt voor herstel van haar dak, tot op heden € 505,18 inclusief btw, binnen zeven dagen nadat zulks is verzocht, te vermeerderen met de wettelijke rente voor iedere dag dat betaling nadien uitblijft;
5.7.
veroordeelt [gedaagde01] tot betaling van € 71,- per maand vanaf 24 juli 2022 tot 23 juli 2023, binnen zeven dagen nadat zulks is verzocht, te vermeerderen met de wettelijke rente voor iedere dag dat betaling nadien uitblijft;
5.8.
veroordeelt [gedaagde01] tot vergoeding van de kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid ad € 1.270,50 inclusief btw;
5.9.
veroordeelt [gedaagde01] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiser01] vastgesteld op € 1.035,18, waarvan € 660,- als het aan de gemachtigde van [eiser01] toekomende salaris, en bepaalt dat dit bedrag binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis moet zijn voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
5.10.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.11.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. D. Nobel en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 september 2023.