ECLI:NL:RBDHA:2023:15341
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met terugkeerbesluit
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2023, gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van vreemdelingenrecht. Verzoeker, met een V-nummer, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 21 juni 2023 was genomen. Dit besluit hield in dat verzoeker de Europese Unie onmiddellijk diende te verlaten, met een zwaar inreisverbod voor de duur van tien jaar.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 24 augustus 2023, maar verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL23.20795, behandeld, die samenhangt met het verzoek van verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 11 oktober 2023 geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, in aanwezigheid van mr. R.E.J. Jansen, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.