Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker
mr. M.M. Volwerk, mr. H.H. Veurtjes),
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een voorgenomen uitzetting van een vreemdeling naar Oostenrijk. De verzoeker, die op 2 september 2023 bezwaar had gemaakt tegen zijn uitzetting, vreesde voor zijn veiligheid in Egypte, waar hij als tegenstander van het regime wordt gezien. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker geen nieuwe informatie heeft overgelegd die zou kunnen leiden tot een ander oordeel dan in eerdere uitspraken van de rechtbank. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de uitzetting naar Oostenrijk niet in strijd is met het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat er geen schending is van het recht op family-life, aangezien er geen gezinsleden van de verzoeker in Nederland verblijven. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bezwaar geen redelijke kans van slagen had. Deze uitspraak is een hersteluitspraak, omdat in een eerdere uitspraak een onjuiste gemachtigde was vermeld.