ECLI:NL:RBDHA:2023:15281

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
C/09/647777 / FA RK 23-3561
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van de geboorteakte in verband met naamskeuze bij ouders met verschillende nationaliteiten

Op 10 oktober 2023 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verbetering van een geboorteakte. Het verzoek tot verbetering is ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Den Haag op 15 mei 2023. De ouders van de minderjarige, die in de gemeente [plaats01] wonen, hebben verzocht om de geboorteakte van hun kind, geboren op [geboortedatum01] 2020, te verbeteren. De zaak werd behandeld op 12 september 2023, waarbij de ouders en de ambtenaar van de burgerlijke stand aanwezig waren. De officier van justitie was niet verschenen.

De ouders zijn gehuwd sinds [datum huwelijk01] 2010 en hebben samen een minderjarig kind. De moeder heeft de Nederlandse nationaliteit, terwijl de vader de Eritrese nationaliteit heeft. Bij de geboorte van het kind was de naam geregistreerd volgens het Eritrese namenrecht, wat leidde tot een namenreeks in plaats van een geslachtsnaam. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft later de geboorteakte ambtshalve verbeterd, maar dit gebeurde zonder instemming van de ouders, wat in strijd is met hun recht op naamskeuze.

De rechtbank oordeelde dat de ambtenaar een misslag heeft gemaakt en dat de latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering verbetering behoeft. De ouders hebben verklaard dat zij willen dat hun kind de geslachtsnaam van de vader zal krijgen zodra hij genaturaliseerd is. De rechtbank heeft besloten de verbetering van de akte te gelasten, zodat de geslachtsnaam en voornaam van de minderjarige correct worden weergegeven in de akte.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-3561
Zaaknummer: C/09/647777
Datum beschikking: 10 oktober 2023

Verbetering akte register burgerlijke stand

Beschikkingop het op 15 mei 2023 ingekomen verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Den Haag.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[naam01] en [naam02] ,

de ouders van de hierna te noemen minderjarige,
wonende te [woonplaats01] (gemeente [gemeente01] ).

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] ,

zetelend te [plaats01] ,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, met bijlagen ;
- de instemmingsverklaring van de moeder van 5 juni 2023;
- de brief van 14 augustus 23023 van de ambtenaar.
Op 12 september 2023 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de ouders van na te noemen minderjarige en de ambtenaar in de persoon van [naam03] en [naam04] . De officier van justitie is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Verzoek

Het verzoek strekt tot verbetering van de geboorteakte nummer [nummer01] van het jaar 2020, ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente [plaats01] op [datum01] 2020.

Feiten

  • Uit de Basisregistratie personen (Brp) komt naar voren dat de ouders met elkaar zijn gehuwd op [datum huwelijk01] 2010.
  • Zij zijn de ouders van het minderjarige kind:
  • De ouders zijn van rechtswege gezamenlijk met het ouderlijk gezag belast.
  • De moeder en de minderjarige hebben de Nederlandse nationaliteit. De vader heeft de Eritrese nationaliteit.
  • De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] heeft op [datum01] 2020 voornoemde geboorteakte opgemaakt waarbij de naam is geregistreerd: [minderjarige01] en bij de voornamen: [voornamen01] .
Bij de akte ‘latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering’, opgemaakt op
[datum02] 2020 is de geslachtsnaam van de minderjarige verbeterd in: [geslachtsnaam01] en zijn de voornamen verbeterd in: [minderjarige01] .

Beoordeling

Op grond van artikel 24, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek kan op verzoek van belanghebbenden of van het openbaar ministerie worden verzocht dat de rechtbank de aanvulling van een register van de burgerlijke stand met een daarin ontbrekende akte of latere vermelding, of verbetering van een daarin voorkomende akte of latere vermelding die onvolledig is of een misslag bevat, gelast.
Inhoudelijke beoordeling
De ouders van de minderjarige hebben ter zitting verklaard dat zij altijd gewenst hebben dat de minderjarige een voornaam (“ [voornaam01] ”) en de geslachtsnaam van de vader zou hebben. Te verwachten valt dat de vader in maart 2024 (of eerder) het Nederlanderschap verkrijgt.
De ambtenaar heeft de verkrijging van het Nederlanderschap door de vader bevestigd en verklaard dat de vader naar alle waarschijnlijkheid bij zijn naturalisatie de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam02] ” of de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam03] ” verkrijgt.
Met betrekking tot het voorliggende verzoek heeft de ambtenaar gesteld dat ten tijde van de geboorte van de minderjarige het bij de ambtenaar niet bekend was dat de moeder, en daarmee het uit haar geboren kind, de Nederlandse nationaliteit had. Daardoor is aanvankelijk in de geboorteakte op grond van het Eritrees namenrecht als geslachtsnaam van de minderjarige een namenreeks ( “ [namenreeks01] ”) vermeld en geen voornamen (“ [voornamen01] ”).
Nadat de ambtenaar ermee bekend was geraakt dat de moeder bij de geboorte van de minderjarige de Nederlandse nationaliteit had, heeft de ambtenaar de geboorteakte op [datum02] 2020 ambtshalve verbeterd. In de latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering behorende bij de geboorteakte van de minderjarige zijn daarbij de geslachtsnaam en de voornamen van de moeder verbeterd. Daarnaast heeft de ambtenaar de naamsketen van de geslachtsnaam van de minderjarige vervangen door “ [geslachtsnaam01] ” en is bij de voornamen van de minderjarige de eerder als vermelde namenreeks “ [namenreeks01] ” vermeld. De ambtenaar stelt dat de latere vermelding betreffende ambsthalve verbetering een misslag bevat.
Ter onderbouwing van de stelling dat de latere vermelding betreffende ambsthalve verbetering een misslag bevat heeft de ambtenaar ter zitting verklaard dat voorafgaand aan de ambtshalve wijziging van de geboorteakte het voornemen om ambtshalve de geboorteakte te wijzigen niet tevoren met de ouders van de minderjarige is besproken. De ambtshalve wijziging is dan ook op onjuiste wijze zonder instemming van de ouders verricht. Daarnaast is sprake van strijd met het recht van de ouders op geslachtsnaamkeuze, hetgeen in het onderhavige geval nog meer knelt nu het de bedoeling van de ouders is dat de minderjarige, nadat de vader binnenkort de Nederlandse nationaliteit verkrijgt, wensen te kiezen voor de geslachtsnaam van de vader als achternaam voor de minderjarige, zodat de voornamen van de minderjarige zullen luiden “ [voornaam01] ” en de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam02] ” of “ [geslachtsnaam03] ”.
In geval de misslag van de ambtenaar niet wordt verbeterd, zal de minderjarige, na de naturalisatie van de vader, derhalve de voornamen “ [voornamen02] ” houden, hetgeen niet is wat de ouders voor hun kind wensen.
Ten aanzien van het keuzerecht van deze ouders, waarbij de moeder op het moment van geboorte van de minderjarige de Nederlandse nationaliteit had (en dus een geslachtsnaam en voornamen), terwijl de vader toen en nu nog de Eritreese nationaliteit had/heeft (en dus een naamsketen), is toepasselijk de Officiële Mededeling 2/2011 van 9 december 2011 van de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit, die als volgt luidt:
“Indien de ouders van een kind met de Nederlandse nationaliteit bij de vestiging van de afstamming willen kiezen voor de naam van de ouder die geen geslachtsnaam heeft, adviseert de Commissie om de ouders daartoe de gelegenheid te geven. In dat geval vermeldt de geboorteakte als geslachtsnaam “-”.
Voordat de ouders deze keuze maken, dient hun erop te worden gewezen dat het kind geen formele geslachtsnaam heeft totdat op een later moment de geslachtsnaam van de ouder met de naamsketen alsnog wordt vastgesteld. Dan wel totdat op grond van artikel 1:7, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (de voornamen en) de geslachtsnaam van het kind c.q. wordt vastgesteld.
Wordt de geslachtsnaam van de ouder voor wiens geslachtsnaam is gekozen, later bij Koninklijk Besluit vastgesteld, dan werkt die vaststelling door naar het kind op grond van artikel 1:7, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek. Als het kind inmiddels meerderjarig is of niet onder gezag staat van de ouder wiens naam wordt vastgesteld, dan behoudt het geslachtsnaam “-”. In dat geval kan vaststelling van zijn geslachtsnaam plaatsvinden.
Indien de ouders kiezen voor de geslachtsnaam van de ouder die wel een geslachtsnaam heeft – omdat zij niet wensen dat hun kind (voorlopig) geen geslachtsnaam heeft- verdient het aanbeveling aan de ouders te melden dat de naamskeuze pas ongedaan kan worden gemaakt nadat het kind meerderjarig is geworden (tenzij het Besluit geslachtsnaamwijziging of het Burgerlijk Wetboek eerder wordt gewijzigd in die zinj dat een wijziging van de geslachtsnaam(skeuze) al tijdens de minderjarigheid van het kind mogelijk is). De reden hiervan is dat alleen het kind zelf binnen drie jaar na het bereiken van de meerderjarigheid kan verzoeken om de naamskeuze van de ouders ongedaan te maken (artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, juncto artikel 5, tweede lid, van het Besluit geslachtsnaamswijziging).”
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van de door de ambtenaar gestelde misslag en dat de latere vermelding betreffende ambtshalve verbetering, op grond van artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek verbetering behoeft.
De ouders hebben ter zitting verklaard het er mee eens te zijn dat de minderjarige, totdat de vader is genaturaliseerd en de minderjarige de geslachtsnaam van de vader zal verkrijgen, uitsluitend als voornaam de naam “ [voornaam01] ” heeft en dat zij tot de naturalisatie van de vader een feit is geen achternaam heeft.
Gelet op het voorgaande beslist de rechtbank als volgt.

Beslissing

De rechtbank:
gelast de verbetering van de akte, nummer [nummer01] , van het jaar 2020, voorkomend in het register van geboorten van de gemeente [plaats01] , in die zin dat in deze akte het eerste gedeelte van de akte (
KIND) komt te luiden:
Geslachtsnaam : [geslachtsnaam01]
Voornamen : [voornaam01]
Dag van geboorte : [geboortedatum01] 2020
[geboortedatum01] tweeduizend twintig
Uur en minuut van geboorte : [tijdstip01]
Plaats van geboorte : [geboorteplaats01]
Geslacht : F (vrouwelijk)
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Vink, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 oktober 2023.